Skip to main content

Reddingboten uit dienst door het winterse weer

  • Fotogallery:
  • 27-02-2018

Door het winterse weer is er een aantal reddingboten van de KNRM buiten dienst gesteld. Met de strenge vorst melden reddingboten zich uit omdat ijsgang het niet meer mogelijk maakt om uit te varen. In noodgevallen kan de KNRM gelukkig een beroep doen op reddingboten van de oude vloot.

Bij station Lauwersoog ligt nu de Suzanna paraat. De KNRM is blij dat ze beroep kan doen op haar eigen vier voormalig reddingboten en op de leden van Nautische Verenging Oude Redding Glorie, de vereniging waar bijna alle eigenaren van voormalige reddingboten lid van zijn. Bij ijsgang kunnen de planerende boten van de Redding Maatschappij soms niet meer uitvaren en de oude conventionele schepen nog wel. Zodra de dooi invalt is het wachten totdat het ijs weg is. Pas dan kunnen de reddingboten weer operationeel ingezet worden.

nieuwsbericht

  • Hits: 2236

IJskoorts!?

  • Fotogallery:
  • 26-02-2018

Zodra er enige vorm van ijskoorts ontstaat betekent dat voor sommige vrijwilligers van de KNRM ook iets anders. De reddingboot kan door ijsgang worden belemmert om te varen, kan de haven niet meer verlaten of ligt zelfs vastgevroren in het ijs.

En wat doen de vrijwillige bemanningsleden dan? De pieper kan niet meer afgaan. Rondom het IJsselmeer worden er bij voldoende dik schaatsijs enkele ijsreddingsteams actief. KNRM Marken bijvoorbeeld.

Het hele jaar vaart KNRM-station Marken uit voor hulp aan schepen op Gouwzee en Markermeer. Het hele jaar? Nee, niet als er ijs ligt. Dan verandert station Marken in een lopend reddingsteam voor ijsreddingen.
Vanuit het station stuurt een ijsreddingsteam van de KNRM alle samenwerkende hulpdiensten aan: brandweer, EHBO’ers en desnoods een SAR-helikopter.

De Gouwzee is beschut, ondiep en vriest snel dicht. Voor het ijs dik genoeg is, staat de halve Randstad er al op de schaats. Weinig schaatsers beseffen welk risico ze lopen. Sijmon Zondervan, schipper van de Marker reddingboot en brandweerman, botst nogal eens op moderne eigenwijsheid: “Stadsmensen zijn tegenwoordig even mondig als onnozel. Die willen niet wachten tot deskundigen het sein veilig geven. Maar kennis van de elementen hebben ze niet. Te weinig boerenverstand.

Een keer was het ijs zo dun dat het golfde. Toen ik schaatsers waarschuwde, kreeg ik meteen zo’n grote mond. Geen verbod houdt de mensen tegen. Dus moeten wij voorbereid zijn op ongelukken. Die hebben we de afgelopen jaren bij tientallen gehad. Gebroken botten, door het ijs zakken. Een mevrouw viel zich een schedelbasisfractuur op 800 meter van de dijk. Een schaatser raakte geïsoleerd op een ijsschots en dreef richting Lelystad; vlak voor donker pikte een heli hem daar weg. Het gevaar is onderkoeling. Dat is een sluipmoordenaar. Je moet mensen in problemen echt snel ophalen.”

De samenwerking tussen de hulpdiensten is geleidelijk ontstaan. “We werkten ad hoc al samen, maar een paar jaar geleden was coördinatie met andere hulpdiensten nog steeds niet vanzelfsprekend. Cultuur en praktijk van diensten sloten in het werkveld soms slecht op elkaar aan. Daar hadden we allemaal buikpijn van: brandweer, de burgemeester van Waterland, KNRM.

Het scharnierjaar was 2007. Oud-schipper Jacob Klaver en ik waren aan het brainstormen over onze rol bij ijsreddingen. Hoe konden wij nou sneller bij een slachtoffer komen? Wij vroegen de brandweer wat zij doet als er ver van de dijk iemand van het ijs moet. Nou, was het antwoord, wij gaan slechts zo ver het ijs op als onze ladders lang zijn. Toen waren de rollen meteen duidelijk. Wij hebben speciale ijsbrancards, lijnen en overlevingspakken, de brandweer heeft voertuigen, ladders en duikteams. We hebben de samenwerking concreet gemaakt.

Zodra wij vanwege ijs niet meer kunnen varen, leggen wij onze spullen in de brandweerwagen. Die rijdt ons zo dicht mogelijk naar een slachtoffer, de alarmcentrale vertelt ons de details en ter plekke gaan wij in overlevingspak het ijs op. Dat gebeurt allemaal binnen de structuur die Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland met de samenwerkende hulpdiensten heeft uitgewerkt: de inzetprocedure IJsredding op grote Wateren’.”

Dat kan zo zijn, maar zijn bemanningsleden van een reddingboot vanzelf ook goede ijsredders? Schipper Sijmon schiet in de lach. “Niet per se. Onze redders aarzelen nooit om bij stormweer het water op te gaan, maar sommige waren wel bang om door het ijs te zakken. Oefenen in wakken heeft dat allemaal verholpen. De KNRM is hier een onmisbaar onderdeel van de gezamenlijk gecoördineerde ijsreddingsdienst.”

nieuwsbericht

  • Hits: 2375

Het is bijna zover: Boot Holland!

  • Fotogallery:
  • 07-02-2018

Vrijdag 9 tot en met woensdag 14 februari is de watersportbeurs Boot Holland in het WTC Expo te Leeuwarden. De KNRM is daar met een stand aanwezig in hal 5 en daar dit jaar zal ook een auto met scooter van de Lifeguards te zien zijn. Gemiddeld vijf vrijwilligers per dag laten bezoekers kennis maken met de Redding Maatschappij en ondersteunen de verkoop van artikelen uit de Reddingwinkel. Traditiegetrouw is de beurs ook de start voor de verkoop van de KNRM-jaarwimpel. Nieuwe donateurs krijgen de jaarwimpel gratis mee als welkomstgeschenk. Verwacht wordt dat er weer heel wat kopjes koffie de start zullen zijn voor een mooi gesprek met soms jaarlijks terugkerende donateurs.

nieuwsbericht

  • Hits: 2209

Duikers, wees je bewust van je gezondheid

  • Fotogallery:
  • 03-02-2018

Het aantal ongevallen met duikers binnen Nederland is relatief laag, maar het kan nog veiliger. De meeste ongevallen zijn te relateren aan de conditie van de duiker. Door een tijdige gezondheidskeuring kan het risico op een ongeval verder worden gereduceerd. De KNRM en diverse landelijke duikorganisatie willen met de campagne “Check je hart” duikers bewust maken van hun conditie. Tijdens de beurs Duikvaker op 3 en 4 februari a.s. is de KNRM aanwezig om de campagne te promoten en duikers meer bekend te maken met de Reddingmaatschappij. Op zaterdag geeft de KNRM een presentatie over haar preventieprogramma. Daarnaast spreekt ook een collega van de Britse reddingmaatschappij RNLI.

Gezondheidskeuring voor nog meer plezier
De KNRM krijgt 5 tot 8 maal per jaar een melding voor een duiker in nood. Helaas kan er niet altijd tijdig hulp geboden worden. Vaak is de duiker in diep water onwel geworden en is tijdige opstijging niet mogelijk geweest.

Duikers die aangesloten zijn bij landelijke verenigingen laten zich meestal om de 5 jaar keuren. Na het 50e levensjaar wordt aanbevolen om dit jaarlijks te doen. Hoewel er altijd risico’s blijven bestaan, helpt een tijdige keuring om beter in te schatten wat de aanvaardbare risico’s zijn bij het duiken. De keuring helpt de duiker om binnen de eigen grenzen maximaal te genieten van het duiken. De campagne “Check je hart!” adviseert om niet te gokken met je conditie.

De KNRM heeft een pasje met sleutelkaart ontwikkeld waarop de laatste keuringsdatum genoteert kan worden. Iedereen kan de pas gratis aanvragen

Kijk op www.knrm.nl/duikers voor meer informatie over de KNRM campagne “Check je hart!”

nieuwsbericht

  • Hits: 1751

Watersnood betekende hulpgeroep van de buurman

  • Fotogallery:
  • 01-02-2018

gepubliceerd in De Reddingboot, nr 177 nov. 2002

Reddingbootbemanningen zijn logischerwijs het nodige gewend. Door hun werk verzeilen zij regelmatig in stressvolle, gevaarlijke of emotioneel ingrijpende situaties. Werken met mensen in paniek, met gewonden en stoffelijke overschotten zorgt voor een bepaalde verharding. Totdat een geredde je buurman is, je zwager of je collega. Het overkwam de bemanning van de reddingboot Koningin Wilhelmina, station Stellendam. De redders overnachtten na een zware actie in Willemstad, toen de dijken doorbraken en Stellendam onderliep. Voor één keer waren het bekenden, mensen die normaal gesproken naar de afloop van een redding informeerden, die de reddingboot om hulp riepen.

Op 31 januari 1953 ruimde de wind van zuidwest naar westnoordwest. De windsnelheid nam steeds verder toe, totdat uiteindelijk orkaankracht werd gehaald. Deze omstandigheden werden het Finse s.s. Bore 6 te veel: het schip dreigde te stranden en sloeg alarm. Vroeg in de avond vertrok vanuit de haven van Stellendam de Koningin Wilhelmina, een 17,5 meter lange reddingboot met twee Kromhout M.D.-motoren van elk 44 pk. Het schip en haar bemanning hadden al menige storm doorstaan en schuwden ook deze confrontatie met de elementen niet, maar al snel werd duidelijk dat de omstandigheden extreem slecht waren.

De reddingboot slaagde er niet in open zee te bereiken. Keer op keer werd het schip door aanschietende zeeën teruggeworpen. Voor het eerst in zijn lange loopbaan als reddingbootschipper moest Willem de Jager in de zee zijn meerdere erkennen. Toch wilde hij van geen opgeven weten. In overleg met de Kustwacht werd besloten dat de Koningin Wilhelmina binnendoor, via het Haringvliet en Bruinisse naar de Oosterschelde zou gaan en daar een nieuwe poging zou doen om buitengaats te geraken. Deze poging werd nooit afgemaakt, aangezien ’s avonds laat de melding binnenkwam dat de Bore 6 geen hulp meer behoefde. De reddingboot liep de haven van Willemstad aan om daar de nacht door te brengen. De tevens gealarmeerde reddingboot Maria Carolina Blankenheym lag toen alweer lang en breed aan de steiger in Veere. Ook haar confrontatie met de kolkende zee was een harde geweest: met een bewusteloze machinist moest de reddingboot onverrichter zake terugkeren.

Die nacht braken verschillende dijken door en liep een groot deel van zuidwestelijk Nederland onder water. De bemanningsleden van de Koningin Wilhelmina boden ’s nachts hulp in Willemstad zonder te weten dat ook hun thuishaven Stellendam was ondergelopen. Toen dat vermoeden wel begon te rijzen, keerde de reddingboot naar Stellendam terug. En daar werd hun vermoeden bewaarheid: op de dijk, langs de kade en op vissersschepen hadden talloze dorpelingen zichzelf in veiligheid gebracht voor het water dat van twee kanten het dorp was binnengestroomd. Anderen zaten echter nog in hun huizen opgesloten en dus voer de reddingbootbemanning met hun kleine vlet het dorp in en haalde daar tientallen bekenden van zolders, van daken en uit bomen.

Nadat iedereen in tijdelijke veiligheid was gebracht, startte de reddingboot met het evacueren van dorpsgenoten naar Hellevoetsluis. De Koningin Wilhelmina haalde ongeveer honderd ouden van dagen, vrouwen en kinderen van een gestrand schip dat meehielp met de grootscheepse evacuatie.

Na vier dagen onophoudelijk te hebben gewerkt, werd de bemanning van de Koningin Wilhelmina door de directie van de Redding Maatschappij gesommeerd een rustpauze in te lassen. De reddingboot zette hierop koers naar Hoek van Holland, waar zij afmeerde. De bemanning kreeg droge kleding en een warme maaltijd. En ’s nachts sliep de bemanning sinds enkele dagen weer eens in een gewoon bed. Van uitslapen was echter geen sprake: in de vroeg ochtend keerde de reddingboot terug naar het rampgebied en bleef opnieuw twee dagen weg.

Na zes dagen actie zat het erop voor de redders die bij het binnenlopen van de haven de uitputting nabij waren. Verschillende bemanningsleden kampten met opgezwollen ledematen. Schipper De Jager moest zelfs worden opgenomen in het ziekenhuis.

De inzet van reddingboten bleef niet beperkt tot de stations Stellendam en Veere. Ook de reddingstations Ouddorp, Hoek van Holland, Cadzand, ’s Gravenzande en Breskens kwamen gedurende de watersnood één of meerdere malen in actie.

nieuwsbericht

  • Hits: 3009

Mis de boot niet!
Schrijf je nu in voor de KNRM nieuwsbrief

Maandelijks houden we je op de hoogte van alle nieuwtjes, evenementen en bijzondere acties van de KNRM en onze reddingstations. Je kunt je op ieder moment weer afmelden.