Tijdens de briefing van het geplande oefenmoment op 13 januari komt het verzoek van de verkeerspost Dordrecht van Rijkswaterstaat om te gaan kijken bij een jacht in de Aakvlaai wat daar al 5 uur met motorstoring voor anker ligt. Direct wordt de KNRM reddingboot KBW 1910 klaar gemaakt voor vertrek en de reddingboot vaart binnen enkele minuten uit.
Aangekomen op de opgegeven positie komen een drietal scheepjes in zicht waarvan eentje het betreffende jacht blijjkt te zijn. Na overleg met de schipper van het jacht wordt een sleepverbinding gemaakt.

In verband met de coronamaatregelen wordt een handportofoon aan de schipper van het jacht gegeven en blijven de opstappers aan boord van de reddingboot. Via de portofoon wordt met de schipper van het jacht gecommuniceerd.

Het jacht wordt vlot getrokken en overgebracht naar diens thuishaven. Na het opnemen van de gegevens keert de KBW 1910 weer terug naar het KNRM reddingstation Dordrecht-Zuid. 

Een zinvolle invulling van de oefenavond. 

Op 16 december wordt er vroeg in de ochtend alarm gegeven voor een persoon te water in de Lek.

De KNRM reddingboot Tjepke Ekkelboom van KNRM reddingstation Dordrecht-Noord vaart met spoed uit. Ook brandweer, politie en Rijkswaterstaat zijn op de Lek aanwezig. Er wordt groot opgeschaald en intensief gezocht.

Op een steiger was een hengel en een emmer met aas aangetroffen zonder visser. Gevreesd werd dat de visser te water was geraakt.

De diverse eenheden zoeken de oever en de rivier af maar vinden niets. Na enige tijd komt er een werkscheepje langs wat weet te vertellen dat de hengel en de emmer met aas er een uur of zes eerder ook al lagen. Hierop wordt besloten de zoekactie af te blazen. De politie zal verder de eigenaar van hengel en aas te traceren.

De reddingboot Tjepke Ekkelboom ligt na de twee uur zoeken voor het middaguur weer in haar boothuis. Ook in de wintermaanden altijd gereed voor een redding of hulpverlening. 

Op 22 november aan het eind van de middag wordt de reddingboot KBW 1910 van KNRM reddingstation Dordrecht Zuid gealarmeerd voor een scheepsbrand. Bij een jacht in de jachthaven is een heftige rookontwikkeling ontstaan en via de Centrale Meldkamer in Rotterdam worden brandweer en KNRM naar de plaats des onheils gedirigeerd. 

Aanvarend krijgt de schipper van de KBW 1910 te horen dat de opvarenden van het jacht veilig op de steiger staan en dat doorkomst van de reddingboot niet meer nodig is. Voor alle zekerheid vaart de reddingboot toch door. Bij het jacht is de brandweer ook al aanwezig. Het blijkt dat een acculader in de machinekamer van het jacht de rookontwikkeling veroorzaakt heeft. 

Nu iedereen veilig is en de oorzaak van de rookontwikkeling meevalt keert de reddingboot met een tevreden bemanning terug naar haar boothuis. 

Op 12 november wordt de bemanning van de KBW 1910 gealarmeerd omdat er in het Gat van de Kerksloot in de Brabantse Biesbosch een boot op een rare plek ligt. Aan boord is geen teken van leven te bespeuren en dat maakt dat de meldkamer gebeld wordt. 

De KBW 1910 is snel ter plaatse. Aan lager wal ligt een 10 meter lange motorboot met de navigatieverlichting nog aan. Aan boord is niemand te bekennen. Na overleg met de politie wordt besloten de boot op sleeptouw te nemen en over te brengen naar de haven van Drimmelen. Daar wordt de boot overgedragen aan de politie.

Later blijkt dat de eigenaar van de boot van boord was gegaan nadat de stuurinrichting het begeven had waardoor hij in de wal van het Gat van de Kerksloot was gestrand. De politie heeft de zaak verder afgehandeld.