Motorreddingboot ‘Dorus Rijkers’ en de eerste actie tijdens WOII
10 mei 2020: Tachtig jaar geleden vielen Duitse troepen Nederland binnen. Hun opmars werd ondermeer aan de Friese kant van de Afsluitdijk gestuit bij de stelling Kornwerderzand.
In de meidagen van 1940 kwamen reddingboten diverse keren in actie. De reddingboot Dorus Rijkers van Den Helder pikte onder andere opvarenden op van het marineschip dat bij Kornwerderzand de verdediging ondersteunde. De stichting tot behoud van de oude reddingboot Dorus Rijkers maakte er een uitgebreid verslag van dat hieronder is te lezen.
Invasie op 10 mei 1940
De Duitse aanval op Nederland, op 10 mei 1940, betekende voor Nederland het begin van de Tweede Wereldoorlog. Gelijktijdig vielen de Duitsers ook Luxemburg en België binnen als onderdeel van aanvalsplan ‘Fall Gelb’.
Op 10 mei 1940, om 03.55 uur, begon de Duitse invasie. Zes pantsertreinen overschreden de Duits-Nederlandse grens. Tegelijkertijd vlogen grote eskaders van de Luftwaffe over Nederland.
Het was, volgens aanvalsplan ‘Fall Gelb’, de bedoeling dat de Duitse troepen via luchtlandingen de Moerdijkbruggen en de Maasbrug in Rotterdam zouden veroveren. Hierdoor zouden zij snel kunnen doordringen in het hart van de Vesting Holland. Grondtroepen zouden worden ingezet om de verschillende Stellingen en Verdedigingslinies van ons land in te nemen, waaronder de Grebbelinie en de Stelling Kornwerderzand.
De verdedigingslinies
Het westen van het land werd beschermd door een aantal verdedigingslinies:
De Grebbelinie - Peel - Raam verbond het IJsselmeer met de zuidgrens. De toegang tot Noord-Holland, via de Afsluitdijk, werd afgeschermd door Wonstelling en de kazematten bij Kornwerderzand. De hoofdverdediging bestond uit de Stelling Kornwerderzand (Afsluitdijk) en de Grebbelinie
Grote overmacht
Qua ingezette aantallen, techniek en trainingsniveau overtroffen de Duitse die van de Nederlandse troepen ruimschoots.
Ondanks de grote overmacht verliepen de eerste vier oorlogsdagen voor de aanvallers minder voorspoedig dan verwacht. De Stelling Grebbeberg gaf meer tegenstand dan gecalculeerd. Het nemen van de Maasbrug van Rotterdam slaagde niet door de hevige weerstand van het Korps Mariniers.
Ook de verliezen van de Lufwaffe bij de aanval op het Westen van het land bleken aanzienlijk te zijn.
Kornwerderzand biedt weerstand
De Duitse Eerste Cavaleriedivisie onder Generaal-majoor Feldt had de taak om de Afsluitdijk in te nemen en te trachten scheepsruimte te vinden om het IJsselmeer over te steken. Een tweede doel was de controle te verkrijgen over de spuisluizen bij Kornwerderzand en Den Oever. Mocht het offensief tegen de Grebbelinie, respectievelijk de Nieuwe Hollandse Waterlinie, vastlopen, dan zou met deze sluizen de waterstand op het IJsselmeer kunnen worden verlaagd. Belangrijk voor het Nederlandse ‘waterwapen’.
De Nederlandse verdediging van de Afsluitdijk bestond uit drie verdedigingspunten: de voorverdediging bij Wons (Friesland), de Stelling Kornwerderzand en de Stelling Den Oever. Op 12 mei, nadat de Wonsstelling was ingenomen, rukten de Duitsers op naar de Afsluitdijk.
Tijdens het aanleggen van de Afsluitdijk besefte men dat zo een gemakkelijke toegang werd gecreëerd naar Noord Holland voor een eventuele agressor die oprukte vanuit het Oosten. Een vijand kon op deze wijze eenvoudig de Hollandse Waterlinie tussen het IJsselmeer en de Biesbosch omzeilen. Daarom werden aan de Friese zijde van de dijk 17 kazematten gebouwd die samen de stelling Kornwerderzand vormden.
Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 werd de stelling Kornwerderzand verdedigd door 227 soldaten onder bevel van kapitein C.F.J. Boers. De verdedigers beschikten over vier 5cm kanonnen en 21 M`08 Schwarzlose mitrailleurs.
Kapitein Boers had bovendien versterking gevraagd aan Schout bij Nacht Jolles, de Commandant Marine Willemsoord in Den Helder. Deze had drie 20mm luchtafweerkanonnen en vier luchtdoelmitrailleurs naar de stelling op de Afsluitdijk gezonden die om één uur in de nacht van 12 op 13 mei arriveerden. Met behulp van deze uitrusting konden de verdedigers van Kornwerderzand de luchtaanvallen op de stelling, die in de loop van 13 mei plaatsvonden, met succes afslaan. Hierbij werden minstens vier vijandelijke toestellen neergehaald.
Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau komt te hulp
Schout-bij-Nacht Jolles had de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau met spoed over laten komen uit Hoek van Holland om de Stelling Kornwerderzand mee te helpen verdedigen.
Nadat het schip, in de vroege ochtend van 13 mei, was aangekomen op de rede van Den Helder, werd het naar de Waddenzee gedirigeerd. Om luchtdekking te geven had de Commandant Marine Willemsoord hulp gevraagd aan de Britse torpedobootjager HMS Valorous, die over veel luchtafweergeschut beschikte. Toen de Nederlandse kanonneerboot samen met het Britse schip de Texelstroom opvoer, durfde deze echter niet verder te gaan, bang om aan de grond te lopen en keerde terug naar Den Helder. De ‘Johan Maurits’ ging alleen verder en bij het passeren van de zandplaat Riepel, aan de noordrand van de Texelstroom, werden de twee motorsloepen vol geladen met levens- en verbandmiddelen en voor dreganker gelegd, om als eventueel noodvoorziening te dienen. De kanonneerboot zelf ging door tot binnen de Doove Balg, het vaarwater in het oostelijke verlengde van de Texelstroom. Verder durfde commandant Kronenberg niet te gaan in verband met de geringe diepte van het water.
Aan het einde van de middag van 13 mei werd de Stelling op de Afsluitdijk onder vuur genomen door het bij de 1e Cavalerie Divisie behorende geschut van 88 en 75mm. Onder dekking van de artillerie werd de Stelling Kornwerderzand in het begin van de avond aangevallen door Duitse stoottroepen.
Op de avond van 13 op 14 mei liet Schout bij Nacht Jolles de ‘Johan Maurits van Nassau’ drie salvo`s van twee schoten afvuren op de oostelijke kop van de Afsluitdijk om te kijken of de afstand van 18.000 meter te overbruggen was. Deze afstand bleek haalbaar en de kanonneerboot kreeg de opdracht ‘stand by’ te blijven.
Op de ochtend van 14 mei verzocht kapitein Boers aan Den Helder om vanaf de ‘Johan Maurits’ het vuur te openen op de artillerie van de Duitsers. Het schip ging terug naar Doove Balg en ging daar voor anker ondanks het gevaar door een luchtaanval getroffen te worden.
Gelukkig was het een nevelige ochtend zodat het schip vanuit de lucht slecht te zien was. Met behulp van de kaart en tabellen werden de richting en de afstand tot de kop van de Afsluitdijk berekend en werden er met het achterste 15cm kanon enkele granaten afgevuurd. Vanaf de Stelling Kornwerderzand werden de inslagen, waargenomen en telefonisch via de Commandant Marine Willemsoord, die ze weer radiografisch naar de kanonneerboot zond, gecorrigeerd. Toen het vuur goed lag werden bijna honderd 15cm granaten op de Duitse artillerie afgevuurd die hierdoor uitgeschakeld werd. Bovendien trokken de Duitse tanks en pantserwagens, die zich op de Friese Dijk en omgeving hadden verzameld, zich in verwarring terug richting Bolsward.
De voorgenomen nieuwe aanval op de Nederlandse stelling werd door de Duitse commandant Feldt afgelast. Het 21e Cavalerie-Regiment werd als dekking achtergelaten en de rest van de Duitse troepenmacht werd verplaatst naar Stavoren en Lemmer. De Stelling Kornwerderzand werd niet ingenomen.
Geslaagde verdediging
De Stelling Kornwerderzand is de enige Nederlandse stelling die de Duitsers heeft weten tegen te houden in de meidagen van 1940. De Slag om de Afsluitdijk is een van de weinige veldslagen die de Duitsers verloren tijdens hun Blitzkrieg tegen West-Europa.
De eerste grote oorlogsactie van de ‘Dorus Rijkers’
Als in de middag van 14 mei 1940 Hr.Ms. kanonneerboot ‘Johan Maurits van Nassau’ onder bevel van de Kapitein luitenant ter Zee P. Kronenberg (1892-1970) omstreeks 16.30 uur, in gezelschap van de mijnenleggers Hr.Ms. ‘Jan van Brakel’, ‘Nautilus’, ‘Douwe Aukes’ en ‘Medusa’, vanuit de Texelstroom via het Marsdiep en het Schulpengat naar zee stoomt om naar Engeland uit te wijken, heeft de ‘Johan Maurits’ dus een geslaagde actie achter de rug.
Terwijl de schepen naar zee varen, wordt voornamelijk de ‘Johan Maurits’ door duik-bommenwerpers aangevallen. Net buiten de mijnversperring bij het uitkomen van het Schulpengat, ter hoogte van Callantsoog, wordt de ‘Johan Maurits’ door twee, maar waarschijnlijk drie, bommen getroffen. Het schip zinkt vrij snel, binnen 10 à 15 minuten na de ontploffing van de vóór- munitiebergplaats. De meeste opvarenden raken te water, waaronder een groot aantal licht en zwaar gewonden. Zij worden opgepikt door de nog op tijd gestreken motorsloep van de ‘Johan Maurits’ en geholpen door de ‘Nautilus’, ‘Jan van Brakel’ en ‘Douwe Aukes’ uit het verband. Ook de in de nabijheid varende torpedoboot Hr.Ms. ‘G 13’ weet een aantal drenkelingen aan boord te nemen.
Alle gewonden worden daarna overgezet op de ‘G 13’ die de opdracht krijgt om de gewonden terug te brengen naar Den Helder. De commandant van de ‘G 13’ weigert aanvankelijk om terug te keren naar Den Helder, maar de commandant Stelling Den Helder bevestigt de gegeven order, waarop de ‘G 13’ koers zet naar Den Helder.
Op de terugweg komt de ‘G13’ in het Schulpengat de inmiddels gealarmeerde reddingboot ‘Dorus Rijkers’ tegen en geeft daar alle zich aan boord bevindende gewonden aan af. Hierna wendt zij de steven en koerst alsnog richting Engeland.
Naar later blijkt is ook een aantal niet gewonden en niet tot de bemanning van de ‘G 13’ behorende opvarenden aan boord van de ‘Dorus’ gesprongen en mee teruggevaren naar Den Helder.
Coen Bot (1882-1962), de schipper van de ‘Dorus Rijkers’ beschrijft deze actie in zijn boek ‘Als de Noordwester woedt’.
“Tegen zeven uur kreeg ik bericht, dat de H.M. Johan Maurits van Nassau bij Callantsoog door vliegtuigen tot zinken was gebracht. Onmiddellijk voeren wij met de ‘Dorus Rijkers’ naar buiten en toen wij het mijnenveld bij het Schulpengat gepasseerd waren, zagen wij de H.M. G13 aankomen.
Maar bijna was deze tocht, met de gewonde en verkleumde schipbreukelingen aan boord, toch nog in een ramp geëindigd. Want niettegenstaande de capitulatie kregen wij onderweg toch nog een aanval van Duitse vliegtuigen te doorstaan. Een bom kwam op tien meter afstand van ons in het water terecht en onze ‘Dorus Rijkers’ werd zo hevig opzij gesmeten, dat het leek of de motor eruit zou springen. Er ontstond een lichte paniek aan boord. De geredden wilden dat ik de reddingboot op de Helderse Zeedijk zou zetten, maar daar dacht ik geen moment aan, want dan zouden de opvarenden, die niets mankeerden, waarschijnlijk de vlucht nemen en de gewonden zouden onverzorgd achterblijven. Op dat ogenblik hadden we nog slechts een half uur te varen”.
De 45 gewonde bemanningsleden werden in Den Helder aan de wal gezet. Bij de ondergang van de kanonneerboot verloren 17 marinemannen het leven.
Capitulatie
In de vroege ochtend van 15 mei 1940 ondertekent Generaal Winkelman, na het bombardement op Rotterdam, de capitulatie. Daarbij gaf commandant Boers van de Kazematten van Kornwerderzand het commando over aan de Duitsers.
Aan boord van de ‘Dorus Rijkers’ zal een plaquette worden onthuld ter nagedachtenis aan de 17 omgekomen marinemannen. Deze ceremonie zou plaatsvinden op 14 mei 2020. Als gevolg van de Coronacrisis is deze ceremonie verplaatst naar een later te bepalen tijdstip.