Doodsschreeuw
Han de Blok was als jongvolwassene met zijn vader mee aan boord van de reddingboot van Stellendam, toen deze omsloeg door de onstuimige golven. Wanneer de boot zichzelf weer recht op had gekregen, was de schipper verdwenen uit de stuurhut. Het ergste bleek waar te zijn. Vader De Blok werd na zijn dood de verdiende reddingmedaille toegekend. Zijn stoffelijk overschot werd uiteindelijk in Duitsland teruggevonden. Jaren later werd zijn zoon Han de Blok zelf schipper en was het zijn beurt om mensen op zee te hulp te schieten. Echter zag hij niet aankomen dat het zó snel nodig zou zijn na zijn aantreden.
Vanwege het stormweer had schipper Han de Blok in de ochtend een proefvaart gemaakt vanuit Hoek van Holland. Niet alleen om met eigen ogen te zien hoe de reddingboot reageerde op de hevige windvlagen, maar ook om de reactie van de bemanning te zien op dit helse weer. Dit was immers zijn eerste ochtend als schipper aan boord van de reddingboot ‘Koningin Juliana’…
Tijdens de proefvaart van De Blok had het vrachtschip ‘Stardust’ voor de kust machineschade gekregen en dreef het langzaam weg van haar oorspronkelijke positie. De bemanning van het schip was al meer dan 24 uur op en wilde er maar wat graag vanaf. De reddingboot kon niet dichtbij genoeg komen en de touwladder moest ervoor zorgen dat de opvarenden toch veilig van het schip konden. Echter was deze touwladder gemaakt voor korte afdalingen.
De kapitein zette er vaart achter. Zijn mannen moesten snel van de ‘Stardust’ af. Toen het eerste bemanningslid via de ladder aan boord stapte van de reddingboot, schreeuwde hij het uit. Het vele lawaai leverde geschokte gezichten op. Als De Blok zich omdraait naar de man, ziet hij dat het uitingen van vreugde zijn. Helaas was het volgende geschreeuw geen vreugdekreet…
Elk bemanningslid van het schip ‘Stardust’ was uitgelegd wanneer ze de touwladder moesten grijpen en loslaten. Een ongeluk zit echter in een klein hoekje en één man miste, op een fractie van een seconde na, zijn grijpmoment. Met een schreeuw die door merg en been ging viel de man de donkere diepte in, tussen de reddingboot en het schip. Het klonk als de laatste kreet die hij zou maken.
Vanuit zijn ooghoek zag schipper De Blok toch iets vaags in het water. Aan de bakboordzijde van de reddingboot komt de ‘verdronken’ man boven water drijven. De schroeven van de motoren werden meteen op stop gezet om hem niet te raken. Langzaam drijft de boot achteruit richting de uitgeputte man. Echter kwamen ze ook steeds dichter bij het achterschip van de ‘Stardust’, die ieder moment de stuurhut van de reddingboot in elkaar kon drukken als die daaronder zou verdagen.
Zonder te twijfelen werd de man aan zijn zwemvest gegrepen en aan boord gehesen van de reddingboot. Doorweekt werd hij de stuurhut ingedragen. Nadat De Blok hem een schouderklop en een lach gaf, wordt de man naar de andere geredden in het achterverblijf gebracht.
De Stardust strandde later die dag op het strand van Ter Heyde. De Blok gingen er later samen met de kapitein naar toe en toen werd hem als beloofd “Jij mag de scheepsbel hebben als dank!”
Sinds die dag is Jan de Blok nog veel vaker in actie gekomen, maar zijn grootste actie was nog steeds op de eerste dag. De scheepsbel van de ‘Stardust’ hielp hem er altijd aan herinneren.