Scheepsramp op Sinterklaasavond
SCHEEPSRAMP OP SINTERKLAASAVOND
11 slachtoffers, 13 gered
5 december 2012, de pakjesavond begint zoals die hoort te zijn. Het is donker en koud buiten. Er staat een gure westenwind. Als in veel gezinnen de eerste pakjes opengescheurd worden en de warme chocolademelk wordt rondgedeeld, gaat bij de KNRM-vrijwilligers van de reddingstations Stellendam, Neeltje Jans en Breskens het alarm. Op de Noordzee zijn twee vrachtschepen met elkaar in aanvaring gekomen. De Baltic Ace, een schip vol auto’s, raakt zwaar beschadigd en zinkt in 15 minuten. Het andere schip, de Corvus J, heeft minder schade en kan blijven varen. Er wordt groot alarm geslagen voor de 24 opvarenden die de Baltic Ace in allerijl moeten verlaten. Reddingboten, reddingshelikopters en een marineschip spoeden zich naar de plek des onheils, 60 kilometer uit de kust. Op zee worden de weersomstandigheden zienderogen slechter. Hagel- en sneeuwbuien beperken het zicht en de golfhoogte neemt toe tot vier meter. Voor de bemanningsleden van de reddingboten is het een lange, vermoeiende reis. Reddingbootschipper Marcel van den Nieuwendijk uit Breskens: “Bij vertrek uit Breskens zat in ons bolletje dat we mensen zouden gaan redden. Gaandeweg de reis, die ruim twee uur duurde, kom je er langzaam achter dat van helpen geen sprake meer kan zijn. In rap tempo kwam de wereld er heel anders uit te zien”.
Toen de reddingboten aankwamen op de plek van de aanvaring, was van een zinkende boot geen sprake meer. De Baltic Ace lag toen al op de bodem van de Noordzee. Met een nieuw dilemma tot gevolg. Marcel: Natuurlijk denk je dan aan die kerels die in zee liggen. Maar als eindverantwoordelijke voor mijn eigen bemanning, dacht ik ook aan onszelf. Waar ligt het wrak precies? Hoe diep steekt het onder water? Lopen wij niet het risico er bovenop te varen en zelf lek te stoten? Ik heb afstand gehouden tot het marineschip ons de exacte positie van het schip doorgaf. Daarna zijn we rond het wrak gaan zoeken”.
Reddingshelikopters van de Nederlandse en Belgische Kustwacht hebben dan al dertien mensen levend uit het water gehaald. Ze zijn onderkoeld en worden naar ziekenhuizen in Oostende en Rotterdam gebracht.
In het donker zoeken de reddingboten verder naar overlevenden. Schipper Johannes Post van de reddingboot Koopmansdank uit Neeltje Jans omschrijft de situatie: “We hadden echt maar een paar meter zicht. Het was pikkedonker en de golfhoogte liep op naar vier meter. Zoeken is dan een hels karwei”.
De reddingboot Antoinette haalt op aanwijzingen van de viskotter SL 3 Martha Lena een slachtoffer uit het water. De man blijkt helaas al overleden. Schipper Eric Rodenhuis van de reddingboot uit Stellendam: “We zagen de twee mannen drijven. Twee! Eén hebben we aan boord kunnen nemen en die andere hebben we nooit meer gezien. Daar moeten we heel vaak pál langs zijn gevaren. Die man leefde niet meer en toch steekt het geweldig dat we hem hebben laten liggen…”
Een reddingshelikopter haalt ook nog drie lichamen uit zee. Het zoeken gaat de hele nacht door tot de Kustwacht rond 02.00 uur ’s nachts besluit het zoeken te staken en bij daglicht verder te gaan. De Stellendamse reddingboot keert terug naar de haven, waar het stoffelijk overschot wordt overgedragen aan de politie. De gestaakte zoekactie zit schipper Eric nog lang dwars: “Stoppen is voor mij een heikel punt. Toen ik nog visserman was, heb ik ook bij de winterdag in een t-shirt in een reddingvlotje rondgedreven. Als de reddingboten van Katwijk en Scheveningen toen waren gestopt met zoeken, had ik hier niet gezeten.
Toen de Kustwacht de zoekactie afblies, was ik ook moe. En toen heb ik me laten verleiden om te stoppen. Maar we hadden dóór moeten gaan. Ik heb er thuis wakker van gelegen. We hebben die kerels in de steek gelaten. De Filipijnse stuurman van de Baltic Ace, die twee weken later bij IJmuiden is gevonden, bleek door onderkoeling te zijn overleden. De man was niet verdronken. Dat betekent dat die nog geleefd kan hebben toen wij vertrokken….”
Het wrak van de Baltic Ace is in de drie jaar na de ramp onder water gesloopt en geborgen, zodat het geen obstakel meer vormt voor de scheepvaart. Van de elf slachtoffers van de Baltic Ace zijn nog altijd drie niet teruggevonden.
https://www.youtube.com/watch?v=FXWl9Bq_Ryk (Bron: RTV Rijnmond)
Grote scheepsrampen op de Noordzee
Ieder jaar voltrekken zich kleine en grote drama’s op de Noordzee. Sommige daarvan zijn bijna vergeten, andere komen nog ieder jaar terug in herinnering. Bij veel mensen zal de ramp met de veerboot Herald of Free Enterprise bij het Belgische Zeebrugge in 1987 nog in het geheugen staan. Daarbij kwamen 193 passagiers en bemanningsleden om het leven. Ook daar waren veel reddingboten van de KNRM bij betrokken. De voorlaatste grote ramp voor de Nederlandse kust voltrok zich op 17 december 1962. Voor de kust van Texel verging het Duitse vrachtschip Nautilus in een zware westerstorm. Ook dat schip zonk in korte tijd. De opvarenden hebben geprobeerd zich te redden met de reddingssloepen, maar die sloegen stuk of kapseisden. Slechts één van de 24 bemanningsleden kon na vijf uur levend uit zee worden gehaald door een passerend Duits schip. De Nederlandse coaster Banka haalde vier lichamen uit zee. De reddingboot Prins Hendrik uit Den Helder bleef de hele nacht zoeken en wist in de hoge golven 13 slachtoffers uit zee te halen.
Naast deze fatale rampen zijn er ook veel succesvolle reddingen te vinden in de archieven van de KNRM. Deze drama’s met gelukkige afloop worden soms snel vergeten, omdat helpen en redden vanzelfsprekend lijkt. Niets is minder waar. Dankzij de mannen en vrouwen die de reddingboten bemannen zodra ze gealarmeerd worden jaarlijks meer dan 4.000 mensen weer veilig aan wal gebracht.
Op zee worden de weersomstandigheden zienderogen slechter. Hagel- en sneeuwbuien beperken het zicht en de golfhoogte neemt toe tot vier meter. Voor de bemanningsleden van de reddingboten is het een lange, vermoeiende reis. Reddingbootschipper Marcel van den Nieuwendijk uit Breskens: “Bij vertrek uit Breskens zat in ons bolletje dat we mensen zouden gaan redden. Gaandeweg de reis, die ruim twee uur duurde, kom je er langzaam achter dat van helpen geen sprake meer kan zijn. In rap tempo kwam de wereld er heel anders uit te zien”.