Zeilreis eindigt in ramp
Het zeiljacht van Klaas en Baukje Bosman verdween enkele maanden geleden in de golven. Wat een eerste dag van een mooie zeilreis had moeten worden, eindigde in een nachtmerrie.
Het kost Klaas en Baukje Bosman zichtbaar moeite om hun verhaal te doen, enkele maanden nadat hun zeiljacht boven Borkum in de golven verdween. Klaas: “Eerst vecht je voor je bezittingen. Eenmaal aan land realiseer je je pas dat je even daarvoor tot je knieën in het water stond en dat we dus dankbaar moeten zijn dat we er nog zijn…” En ‘we’ is in dit geval niet alleen het echtpaar, maar ook hun zeer geliefde kat, voor wie ’s nachts in het boothuis in Eemshaven nog een provisorisch verblijf werd gefabriceerd…
Zeilreis
De plannen waren zo mooi. Het echtpaar uit Ermelo was eerder die dag vertrokken uit Lauwersoog voor een zeilreis naar Stockholm. Om van daaruit weer door te varen naar Rusland. Voor de twee ervaren zeilers hun zoveelste verre reis. Eerder deden zij onder meer Portugal en Noorwegen aan. In hun huis herinnert een stellage vol vingerhoedjes aan deze gezamenlijke trips. “Van elke stad die we aandoen neemt Baukje een vingerhoedje mee…”
De reis met Rusland als eindbestemming begon ook veelbelovend. Na in Lauwersoog een visje te hebben gegeten werd het Wad overgestoken en eenmaal op volle zee adviseerde Baukje haar man om wat te gaan slapen. “Dan kun jij straks de nacht doen”, zo luidde haar devies. Klaas lag dus wat te dutten toen het zeiljacht boven Borkum en even na middernacht plots met iets in aanvaring kwam. “Een doffe dreun was het…”, zegt Klaas, terwijl hij zichtbaar in gedachten voor zich uit staart. Er valt een lange stilte, waarna Baukje geëmotioneerd van tafel opstaat en naar boven vertrekt. Klaas laat zijn vrouw begaan en probeert intussen zelf het verhaal weer op te pakken. “Ik wilde in het vooronder gaan kijken of er schade was, maar zag niets. En dat kon twee dingen betekenen: géén schade of schade in de voorpiek waar je vanuit de kajuit onmogelijk bij kon komen.” Het slechte scenario bleek werkelijkheid te zijn, want na tien minuten zag het echtpaar water de boot binnenstromen. De ervaren zeilers kwamen direct in actie. De pompen werden geactiveerd evenals het reddingvlot, alle dekverlichting werd aangezet en geld en papieren werden veiliggesteld. “Gevolgd door een Mayday, Mayday, want al heel snel werd duidelijk dat onze pompen het binnenkomende water onmogelijk voor konden blijven.” Hun noodmelding moet zijn opgevangen door vrienden van de familie Bosman, die ongeveer tien mijl vóór hen voeren, maar de eerste respons kwam van een loodstender die in de directe nabijheid voer. De loodsen haalden Baukje en de kat van boord. Klaas wilde blijven vechten voor hun o zo geliefde zeiljacht en met hulp in de directe nabijheid achtte hij dat ook verantwoord.
Die hulptroepen werden even later uitgebreid door de aankomst van de reddingboten Alfried Krupp (Borkum) en Jan en Titia Visser (Eemshaven). “Allemaal mensen die vrijwillig hun bedje waren uitgekomen. Voor ons. Dat is iets wat ik me nú realiseer, maar waar ik toen natuurlijk helemaal niet mee bezig was”, zegt Klaas. En Baukje, die terug is aangeschoven, vult aan: “Je schip te zien afzinken moet je vergelijken met het zien afbranden van je huis. Je leven ligt daar aan boord. Spullen met emotionele waarde en foto’s: al die clichés blijken op zo’n moment ineens allemaal waar te zijn…” Terugkijkend was het voor de familie Bosman daarom extra belangrijk dat ze zo warm en meelevend werden opgevangen. Eerst door de Duitse redders en daarna door de bemanning van KNRM Eemshaven. “Toen alle papieren op Borkum waren ingevuld, nam schipper Edze Knol ons mee naar Eemshaven. Daar mochten we in het boothuis nog proberen wat te slapen; iets dat natuurlijk niet lukte”, vertelt Baukje. De zeilers kregen droge kleding van het reddingstation en Karla Knol, de vrouw van schipper Edze, knutselde ’s nachts nog een provisorische kattenbak in elkaar, waarna het schippersechtpaar vertrok met de belofte ’s ochtends vroeg met een ontbijtje terug te komen.
Dat ontbijt viel de volgende ochtend samen met het moment waarop Klaas via Whatsapp hun thuisfront van het ongeluk op de hoogte bracht. Klaas: “Toen ik teruglas wat ik had geschreven, werd ik overvallen door heftige, tegenstrijdige emoties. Ons geliefde schip was in zee achtergebleven. Voor ons echt een tragedie. Maar wij hadden het overleefd!” Een wetenschap die de kat leek aan te voelen, want toen Klaas naar eigen zeggen ‘in snikken uitbarstte’, bleef het dier hem vragend aankijken… “En opnieuw waren daar toen Karla en Edze, schatten van mensen aan wie wij veel te danken hebben…”
Warm hart
Klaas en Baukje Bosman zijn al heel lang Redder aan de wal. “Maar nu pas heeft de KNRM voor ons een gezicht gekregen. Letterlijk. Het was voor ons een soort instituut dat je als watersporter hoort te steunen. Vinden wij. Nu zijn het mensen geworden. Mensen met een warm hart voor hun medemens”. Klaas voegt eraan toe dat dit hem doet terugdenken aan een soortgelijke ‘wake-up-call’, enkele jaren eerder. “We lagen toen in Enkhuizen. Kwam er ineens een snelle boot langsvaren, waarvan de hekgolf aardig ‘binnenkwam’. We hebben toen aardig lopen mopperen op die onbenullen. Totdat we even later de reddingboot terug zagen komen, de vrijwilligers aan boord druk bezig met een reanimatie. Op zulke momenten realiseer je je weer eens hoe blij wij moeten zijn met de KNRM. Persoonlijk denk ik dat wij het als té normaal beschouwen dat die mannen en vrouwen altijd komen. Misschien iets voor ons allemaal om over na te denken…”