1878-1880
Het reddingstation Oosterend kreeg een lijnwerp- en wippertoestel waarmee een lijn overgeschoten kon worden naar een gestrand schip om daarlangs schipbreukelingen te kunnen redden. In 1905 werd in Midsland eenzelfde toestel geplaatst. Hét grote probleem van de Terschellinger roeiredders was de vaak te grote afstand van het strand tot de buitengronden, waar veel schepen strandden en schipbreukelingen verdronken. Toen met een sleepvaartmaatschappij werd overeengekomen dat de roeireddingboten tot dichtbij de gestrande schepen konden worden gesleept, konden de eilandbewoners laten zien wat ze als redders in hun mars hadden. Heel wat, zoals snel zou blijken.
1880
Het roeitijdperk, dat op Terschelling tot 1950 zou duren, spreekt veel mensen tot de verbeelding. Dat de verbeelding het in deze gewonnen heeft van de realiteit, bewijzen de historische cijfers van het reddingstation Terschelling. Op 2 januari 1880 voer de roeireddingboot van het eiland uit voor de gestrande Queen of Mistley’. In de branding sloeg de schipper overboord, waarna de stuurloze roeireddingboot omsloeg. Vijf redders kwamen daarbij om het leven.