De vrijwilliger in beeld - Ties Baars (28)
Naam: Ties Baars
Leeftijd: 29
Beroep: IJscoman in het familiebedrijf IJsie Prima
Daarnaast: Opstapper in opleiding bij KNRM Callantsoog
Samen met mijn ouders en broer run ik de ijssalon die mijn opa en oma in 1963 zijn begonnen, pal aan het strand van Callantsoog. Hier ben ik opgegroeid. Vanaf mijn derde liep ik dagelijks langs het reddingstation. Mijn ouders zetten mij ’s ochtends in mijn zwembroekje op het strand en haalden mij ’s avonds in mijn pyjamaatje weer op.
Ik dacht niet genoeg flexibiliteit in mijn werk te hebben om bij de KNRM te gaan. Tot de schipper mij 2 jaar geleden vroeg en de proefperiode goed beviel. Als familie hebben we naar een oplossing gezocht. Ze steunen mij volledig. Als de pieper gaat, pauzeert mijn broer de ijsmachines, rent naar de winkel om mij te vervangen en ik ren in mijn ijscomannenpak naar het reddingstation. Als het nodig is, trommelen we mijn ouders op en als ik terug ben, gaan de ijsmachines weer aan. Misschien moeten klanten soms iets langer op een ijsje wachten, maar dat is dan maar zo. Ik heb nog weinig uitrukken hoeven missen. Herkende men mij voorheen als de ijsboer van het plein, nu herkennen ze mij als de meneer van de reddingboot.
Ik heb de mazzel dat mijn schoonvader bij de brandweer zat, dus mijn vriendin kent het ritueel. Natuurlijk maakt ze zich weleens zorgen. Als ik met storm op zee zit, dan staat ze me bovenaan de trap op te wachten. Maar juist dan, is ze ook heel trots. In november verwachten we ons eerste kindje. ‘Een nieuw reddertje!’, riep iedereen. Dus de eerste KNRM-rompertjes hangen al in de kast.
Naam: Ties Baars
Leeftijd: 29
Beroep: IJscoman in het familiebedrijf IJsie Prima
Daarnaast: Opstapper in opleiding bij KNRM Callantsoog
Samen met mijn ouders en broer run ik de ijssalon die mijn opa en oma in 1963 zijn begonnen, pal aan het strand van Callantsoog. Hier ben ik opgegroeid. Vanaf mijn derde liep ik dagelijks langs het reddingstation. Mijn ouders zetten mij ’s ochtends in mijn zwembroekje op het strand en haalden mij ’s avonds in mijn pyjamaatje weer op.
Ik dacht niet genoeg flexibiliteit in mijn werk te hebben om bij de KNRM te gaan. Tot de schipper mij 2 jaar geleden vroeg en de proefperiode goed beviel. Als familie hebben we naar een oplossing gezocht. Ze steunen mij volledig. Als de pieper gaat, pauzeert mijn broer de ijsmachines, rent naar de winkel om mij te vervangen en ik ren in mijn ijscomannenpak naar het reddingstation. Als het nodig is, trommelen we mijn ouders op en als ik terug ben, gaan de ijsmachines weer aan. Misschien moeten klanten soms iets langer op een ijsje wachten, maar dat is dan maar zo. Ik heb nog weinig uitrukken hoeven missen. Herkende men mij voorheen als de ijsboer van het plein, nu herkennen ze mij als de meneer van de reddingboot.
Ik heb de mazzel dat mijn schoonvader bij de brandweer zat, dus mijn vriendin kent het ritueel. Natuurlijk maakt ze zich weleens zorgen. Als ik met storm op zee zit, dan staat ze me bovenaan de trap op te wachten. Maar juist dan, is ze ook heel trots. In november verwachten we ons eerste kindje. ‘Een nieuw reddertje!’, riep iedereen. Dus de eerste KNRM-rompertjes hangen al in de kast.