De ramp had grote impact, het was ons kent ons
Gekapseisde reddingvlet Christiaen Huygens keert terug in Den Helder
Het was op 27 maart 50 jaar geleden dat de Helderse redders Jochem Post en Cornelis (Cees) van der Oord omkwamen bij een reddingsactie bij zandplaat Razende Bol. De reddingvlet Christiaen Huygens waarop zij zaten, kapseisde in de branding. De tragische ramp is herdacht in het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers waar de motorvlet vanaf nu te zien is. “Het is mooi dat we nu met onze kinderen en kleinkinderen hiernaartoe kunnen om over het verhaal van hun opa en overgrootvader te vertellen,” zegt Kobus Post, zoon van Jochem.
Op woensdag 26 maart 1975 rond kwart voor 10 ’s avonds ontving schipper Jan Bijl van reddingstation Den Helder bericht van kustwacht Kijkduin dat ter hoogte van de Noorderhaaks, ook wel Razende Bol genoemd, rode vuurpijlen werden afgeschoten. De reddingboot Suzanna (type Carlot) vertrok met de volgvlet Christiaen Huygens op sleeptouw. Aan boord waren schipper Jan Bijl, stuurman Jochem Post, motordrijver Cornelis van der Oord en de opstappers Cornelis de Vries, Frank Bot en André van Duivenbooden. Het bleek te gaan om het Duitse jacht Hasco III, dat in de problemen was gekomen door gebrekkige navigatie en zeeziekte onder de bemanning.
Het jacht was gestrand op wrakresten in ondiep water, waardoor de reddingboot niet dichtbij kon komen. Post, Van der Oord en Van Duivenbooden gingen met de vlet op weg om de schipbreukelingen te redden. Na het loskoppelen van de vlet om half 12 ’s avonds verdween het contact. De vlet bleek te zijn gekapseisd door een grote golf, waarbij Post en Van der Oord zich aan de kimkielen vasthielden. Van Duivenbooden werd weggeslagen, maar wist na een uur uitputting de zandplaat te bereiken en het jacht te vinden.
Een reddinghelikopter vond de omgeslagen vlet rond 2 uur ’s nachts, maar de vermiste redders waren nergens te bekennen. Terwijl de helikopter de jachtbemanning in veiligheid bracht, werd de zoektocht naar Post en Van der Oord voortgezet. Rond kwart voor 5 ’s ochtends werd het lichaam van Van der Oord gevonden bij de Razende Bol. Post werd pas rond half 10 ’s ochtends gevonden, 400 meter uit de kust bij Oudeschild. Zijn horloge was blijven stilstaan op kwart voor 12 ’s avonds.
Vol spanning
Van der Oord (32) liet een vrouw en kind achter. Post (47) een vrouw (41) en twee kinderen. Kobus Post was 16 jaar en zijn zus Marleen 18. Kobus: “We keken televisie toen de pieper van mijn vader ging. Dat gebeurde wel vaker en het was aardig weer, dus we maakten ons geen zorgen. We lagen in bed toen ’s nachts leden van de plaatselijke commissie aanbelden. We werden door onze moeder uit bed gehaald en hoorden over het ongeluk en dat mijn vader en Van der Oord vermist waren. Mijn moeder maakte zich zorgen dat hij nooit teruggevonden zou worden, omdat ze wist dat mijn vader een hekel had aan het grote zwemvest dat redders in die tijd droegen. Dat belemmerde hem bij zijn werk.”
Samen met familieleden wachtten ze die nacht in tranen en vol spanning op nieuws. “Om de spanning wat te breken nam mijn oom mij in de ochtend mee om een stukje te rijden. We zijn onder meer langs mijn neef en nicht gegaan om ze in te lichten. Weer thuis hoorden we dat m’n vader was gevonden. Ik herinner me nog goed dat we naar het ziekenhuis moesten om hem te identificeren. Mijn vader lag daar met een laken over zich heen. De helikopter had hem uit zee gehaald. Je zag het water op de grond liggen.”
De ramp had niet alleen een enorme impact op de nabestaanden, maar op de gehele Helderse gemeenschap. Jochem Post kende heel veel mensen in de haven waar hij eerder als visserman werkte en de laatste jaren samen met schipper Jan Bijl op de visafslag. En hij zat bij een hechte kerkgemeenschap. “Den Helder was niet zo groot, het was echt ons kent ons”, vertelt Kobus. “Het kerkje waarin de dienst gehouden werd, was heel klein. Er stond tot buiten een rij. En op de begraafplaats zag het zwart van de mensen. Een heleboel hiervan kenden wij niet. We waren ontzettend blij met deze blijk van steun. Dat hielp ons echt. Ook schipper Jan Bijl en zijn vrouw zijn een ontzettende steun geweest voor zowel mijn moeder als voor ons kinderen. Net als de toenmalige directeur van de KNZHRM, de heer Van der Zweep. Hij bracht mijn moeder regelmatig een bezoekje als hij in Den Helder was en stuurde elke verjaardag een bos bloemen. Ook als mijn zus en ik jarig waren ontvingen we een attentie. Hij was er zelfs bij op mijn huwelijk. Toen kreeg ik ook een bedrag uitgekeerd uit het fonds dat na het overlijden van mijn vader en Van der Oord uit spontane donaties was opgericht voor de kinderen van de omgekomen redders.”
Bescheiden man
Kobus was als kind trots dat zijn vader bij de Redding Maatschappij zat. Als kleine jongen mocht hij ook weleens mee op de reddingboot, zoals tijdens de Vlaggetjesdag van de visserijvloot in de haven. Ook de reddingvlet Christiaen Huygens kent hij van dichtbij. “Mijn vader en Jan Bijl waren goede vrienden. Ze namen de reddingvlet soms mee om garnalen te vissen en dan mocht ik ook mee”, vertelt hij lachend.
Jochem Post was een bescheiden man die thuis weinig vertelde over zijn reddingsacties, maar één herinnert Kobus zich nog goed. Dat was de redding in 1967 van 25 bemanningsleden van het Libanese vrachtschip Margariti. Dat schip kwam in de problemen door een gebroken roer tijdens een zware storm met windkracht 9 tot 11. De motorreddingboten Prins Hendrik uit Den Helder, met aan boord onder meer Post en toenmalig schipper Piet Bot, en de Carlot van Terschelling werden ingezet. Na het vastlopen en breken van het schip op de zandbanken slaagde de bemanning van de Prins Hendrik erin alle 25 opvarenden te redden, waaronder een kind van 16 maanden. “Die redding heeft grote indruk op hem gemaakt. De bemanning heeft hiervoor ook een onderscheiding ontvangen. Deze zilveren medaille en oorkonde heb ik overgedragen aan het Reddingmuseum, zodat het een mooie plek kan krijgen.”
Herdenking
Op 27 maart 2025 organiseerde het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers een bijzondere ceremonie om de ramp te herdenken en de Christiaen Huygens te verwelkomen op haar nieuwe thuisbasis, terug in Den Helder. “De motorvlet, die met zorg is opgeknapt, heeft een prominente plek in het museum gekregen, zodat nu ook onze bezoekers het verhaal van dichtbij kunnen ervaren”, zegt Sylvia van der Most, verantwoordelijk voor Educatie & Collectie bij het museum. “Het is een pareltje in de historie van het reddingwezen waar we heel trots op zijn. De gebeurtenis heeft diepe sporen nagelaten in Den Helder en daarbuiten. Als je nu iemand in de haven ernaar vraagt, dan kennen ze het verhaal nog steeds. De ramp staat symbool voor de risico’s en offers die redders bereid zijn te brengen om anderen te helpen.”
Sylvia van der Most, verantwoordelijk voor Educatie & Collectie bij het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers, in gesprek met Kobus Post en zijn zus Marleen Post.
Luister ook onze podcast 'Redders op zee' voor nog meer mooie en indrukwekkende reddingverhalen

Cornelis van der Oord
Cornelis van der Oord (1942-1975) was lange tijd aan wedstrijdzeilen en een zelfstandig binnenvisser. Hij was al enige tijd opstapper bij de KNZHRM toen hij in 1974 als motordrijver in vaste dienst kwam bij de Redding Maatschappij. Hij trouwde op 8 december 1972 met Margreet Groen en zijn zoon Erik is geboren op 9 december 1973. Cornelis maakte in totaal 143 reddingtochten en redde daarbij 236 mensen.

Jochem Post
Jochem Post (1927-1975) begon in 1962 op 35-jarige leeftijd als opstapper bij de KNZHRM in Den Helder. Hij werkte toen als transporteur bij de Rijkswerf Willemsoord. Zijn carrière bij de Redding Maatschappij ontwikkelde zich snel: in 1963 werd hij motordrijver en in 1974 promoveerde hij tot stuurman. Hij nam deel aan 229 reddingsacties, waarbij in totaal 308 mensen werden gered.