1974
Na de komst van de Afsluitdijk waren de omstandigheden op de voormalige Zuiderzee veranderd. Het IJsselmeer werd een internationaal geliefd watersportgebied. Jaarlijks bevaren duizenden jachten het IJsselmeer. Voor de KNRM betekende dit dat zij zich aan moest passen aan het nieuwe karakter van haar dienstverlening. Het reddingstation Lemmer behield een grote reddingboot voor eventuele strandingen (de Jansje Baart in 1974), maar kreeg daarnaast de beschikking over een snelle rubberboot. Deze rubberboot, de Wouter Vaartjes, bleek een ideaal verlengstuk bij de grotere acties en was voor surfers en kleine bootjes een snel en doeltreffend hulpverleningsvaartuig. In de jaren ’80 groeide Lemmer uit tot één van de drukkere KNRM-reddingstations. In 1995 werd het station nog eens uitgebreid met de Martijn Koenraad Hof. Met de komst van deze ruim acht meter lange reddingboot die volle kracht een snelheid van 37 knopen haalt, was Lemmer berekend op alle vormen van hulpverlening.