Symptomen
Misselijkheid en de neiging tot overgeven zijn de bekendste symptomen, maar hoofdpijn kan dat ook zijn. Signalen zijn veel gapen, zweten en een toegenomen speekselaanmaak.
Zeeziekte kan iedereen die vaart overkomen. “Slechts een klein deel heeft nooit last”, weet Jansen, “en een ander klein deel wordt flink ziek. Verreweg de grootste groep went eraan, en zal in geringe mate last hebben.”
Overigens treedt zeeziekte niet alleen op in zware omstandigheden. Jansen: “Een vlakke zee met lange deining kan eveneens zeeziekte veroorzaken.” Ook op binnenwater kun je zeeziek worden, en zelfs in een simulator.
Middelen
Zeeziekte belemmert een opvarende in zijn functioneren aan boord. Een gevaar bij veel overgeven is uitdroging. “Zorg dus dat een zeeziek iemand wel voldoende blijft drinken”, aldus Jansen.
Een panklare oplossing voor zeeziekte bestaat niet. Er zijn allerlei middelen, die soelaas kunnen bieden, maar het verschilt per individu of je er baat bij hebt. Bekend zijn de scopolamine pleisters. Je moet ze een paar uur van tevoren opplakken voor een optimale werking. Verder kunnen tabletten tegen wagenziekte, zogenoemde antihistaminica zoals Primatour, effectief zijn tegen zeeziekte. Nadeel van deze middelen is dat je er suf van kunt worden, al verschilt ook dat weer per persoon.
Er zijn tevens polsbandjes met een drukpunt. Die kunnen helpen. Al was het alleen al door het feit dat je weet zelf iets tegen zeeziekte te hebben ondernomen.
Jansen: “De mate waarin iemand last heeft van zeeziekte is voor een deel een psychologisch iets. Zeeziekte zelf is echter geen psychologisch fenomeen.”
“Bij de Marine werd aangeraden om droge crackers te eten”, vervolgt hij, “en ook gemberthee of gemberkoekjes kunnen helpen. Het was trouwens in mijn tijd not done om voor zeeziekte uit te komen.”
Geen taboe
Bij de KNRM is geen sprake van een taboe rond zeeziekte, volgens Michel de Jong, schipper van reddingboot Joke Dijkstra in Den Helder. “Zeeziekte komt ook bij KNRM-redders voor, daar hoeven we ons niet voor te schamen. Ikzelf zorg er altijd voor dat ik niet met een lege maag wegga, als ik bijvoorbeeld ’s nachts word opgepiept. Omgekeerd is een te volle maag ook niet prettig. Ik ben een keer met windkracht 11 naar zee gegaan, terwijl ik net een bloemkoolschotel op had. Niet fijn; gelukkig was er veel actie; dat gaf genoeg afleiding.”
Afgelopen zomer maakte de Joke Dijkstra een zware reis. Boven de Waddeneilanden was een passagier van een cruiseschip gevallen. Michel: “We voeren in een slechte zee met 5 meter hoge golven. Toen de navigator het zoekgebied in de plotter zette, zag ik hem wit wegtrekken. Eenmaal in het gebied zijn we zoekslagen gaan maken. Na verloop van tijd zijn drie KNRM-reddingboten teruggevaren met zeezieke bemanningsleden.”
Een niet-medicamenteuze strategie tegen zeeziekte is volgens Arend Jansen: bezig blijven aan boord. “Kijk naar de horizon en zorg voor voldoende frisse lucht. Midscheeps heb je de minste last van scheepsbewegingen. Daarbij komt dat spanning rond een redding een gevoel van zeeziekte kan onderdrukken.” Michel de Jong beaamt dat: “We zetten natuurlijk altijd alles op alles om mensen in nood te helpen. Dan zet je je eigen ongemak opzij ...”