1824
In Wijk aan Zee werd drie maanden na de oprichting van de Redding Maatschappij een nieuwe roeireddingboot gestationeerd. Voor de stalling werd een schuur gehuurd. De eerste redding bij Wijk aan Zee moest de nog ongetrainde bemanning tot hun spijt overlaten aan de roeiredders van Zandvoort. IJmuiden bestond toen nog niet. De Zandvoortse boot was na de lancering direct vol water geslagen. Ze gebruikten daarna de reddingboot van Wijk aan Zee en wisten er 11 opvarenden mee te redden. Het was de derde redding sinds de oprichting van de KNRM in 1824. De eerste redding verrichtte het station pas in 1831. Zes opvarenden werden gered van een gestrand zeilschip. De eerste roeireddingboten waren ‘Groenlandse sloepen’, die bij de walvisvangst werden gebruikt. Ze waren snel en wendbaar, met tien roeiers en een stuurman aan boord. Voor het reddingwerk werden ze onzinkbaar en zelflozend gemaakt. De roeireddingboot werd bemand door sterke roeiers. Meestal vissers die met storm thuis waren. Het materieel was voor die tijd modern, maar vergeleken met nu erg primitief. Toch werden er gedurfde reddingen mee verricht onder slechte weersomstandigheden.