1880
Het roeitijdperk, dat op Terschelling tot 1950 zou duren, spreekt veel mensen tot de verbeelding. Dat de verbeelding het in deze gewonnen heeft van de realiteit, bewijzen de historische cijfers van het reddingstation Terschelling.
Op 2 januari 1880 voer de roeireddingboot van het eiland uit voor de gestrande Queen of Mistley’. In de branding sloeg de schipper overboord, waarna de stuurloze roeireddingboot omsloeg. Vijf redders kwamen daarbij om het leven. In 1908 gebeurde iets soortgelijks bij de Fernando’: Met reeds vijf geredden aan boord sloeg de roeireddingboot van West door een buitengewoon hoge breker om. Drie roeiers overleefden dit niet.
Gezien deze gegevens is het niet verwonderlijk dat de Redding Maatschappij in dat zelfde jaar besloot een zelfrichtende roeireddingboot op Terschelling te stationeren. Deze boot zou bij onverhoopt kapzeisen vanzelf weer overeind komen. Twee jaar later werd de zelfrichtende roeireddingboot weer omgewisseld voor het oude model. De Terschellingers konden niet met de grotere en veel zwaardere boot overweg en verkozen hun oude boot, met alle risico’s van dien.