1990
Op 18 februari 1990 was het Amerikaanse booreiland “Gilbert Rowe” op weg naar Rotterdam voor onderhoud toen één van de 2 sleepboten problemen kreeg met de stuurmotor. De andere sleepboot was alleen niet in staat het platform op koers te houden en het platform werd richting Hoek van Holland gestuwd in een woeste zee en een noordwestenwind van 9-10. Leen Koese had dit op de scanner gehoord en nam contact op met het Kustwacht Centrum. In overleg met station Hoek van Holland werd besloten dat beide boten, de “koningin Juliana” uit Hoek van Holland en de “Zeemanspot”uit Stellendam er naar toe zouden gaan. Inmiddels waren ook helikopters gealarmeerd en deze haalden 33 zeelieden van boord.
Op zaterdag 27 januari 1990 strandde de garnalenkotter SCH 25 op de zandplaat Ooster. De kotter zou er, door het neergaand tij, het grootste deel van de dag niet meer af kunnen komen. De vissersboot was geladen met verse garnalen voor de visafslag in Stellendam. De schipper rekende er al op dat zijn vangst verloren zou gaan, maar had niet op de redders gerekend. Zowel de “Griend” uit Ouddorp als de “Zeemanspot” waren ter plaatse gekomen. De “Griend”haalde de viskisten met garnalen van de kotter en bracht ze aan boord van de “Zeemanspot”. Nadat alles geladen was, bracht deze ze naar de visafslag.
In 1990 moest Dirk de Jager op 72-jarige leeftijd zijn functie als agent neerleggen. Cor Noordhoek werd toen agent. Er werd ook een plaatselijke commissie gevormd. Voorzitter hiervan is de toenmalige burgemeester van de gemeente Goedereede, Kees Sinke. Cor Noordhoek was agent tot 2005. Hij werd opgevolgd door Jan van Wezel. Vanaf 1 januari 1991 gingen de 2 Maatschappijen op in een nieuw gevormde maatschappij met de naam: Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij. (KNRM).