1876
IJmuiden krijgt een formeel reddingstation met twee roeireddingboten in een boothuis aan de noord- en zuidzijde van Noordzeekanaal. De boten worden met paarden naar zee getrokken. Het materieel wordt gaandeweg uitgebreid met reddingmiddelen om vanaf de havenhoofden lijnen over te schieten naar gestrande schepen. Nog geen maand na de oprichting konden de IJmuider redders tonen wat zij waard waren. Dertien opvarenden werden gered van de gestrande sleepboot Archimedes.
Weer een maand later volgde een dramatische tocht. Na verschillende pogingen slaagde de redders er in twee opvarende van de Greifswald te redden. De eveneens uitgevaren reddingboot van Zandvoort sloeg om, waarbij een roeier om het leven kwam. De overige negen opvarenden van de Greifswald konden niet worden gered. In de jaren daarna bleef het rustig. Pas in 1883 volgden weer twee reddingen met totaal zeventien geredden. In de loop der jaren redden de IJmuidenaren vele schipbreukelingen van de verdrinkingsdood In het begin met primitieve roeireddingboten, later met sterke motorreddingboten.