1927
In Delfzijl wordt de eerste zelfrichtende motorreddingboot ter wereld gebouwd, bedacht door Mees Toxopeus. In de haven wordt gedemonstreerd hoe de boot na een kapseis weer overeind komt. De reddingboot komt in Oostmahorn te liggen.
Al spoedig nadat de motorreddingboot Insulinde in 1927 op Oostmahorn in dienst was gesteld, bleek dat deze boot ook het rayon van de Hilda kon bestrijken. De Hilda werd daarom in 1930 teruggetrokken. Het eiland Rottum hield de beschikking over een wippertoestel en bleef daarmee een reddingstation. Daaraan kwam in 1965 een eind toen de laatste strandvoogd met pensioen ging en Rottum een onbewoond eiland werd.
Met het afscheid van de Hilda in 1930 werd het reddingwerk in de Eemsmonding en op de wadden in handen gelegd van de Insulinde in het relatief verre Oostmahorn. Verder was ook de Duitse reddingboot op het nabije eiland Borkum paraat. Er was in het Eemsdistrict geen Nederlandse haven in de buurt die als station kon dienen: van de Eemshaven en van Lauwersoog was nog geen sprake.