2001
Bij de oprichting van de KNRM in 1824 stonden de Waddenzee en de Zuiderzee niet als werkterrein in de oprichtingsakte. Pas na 1910 werd op aandringen van lokale initiatiefnemers in Harlingen en Hindeloopen een reddingstation opgericht. Zij kregen de beschikking over roei- en zeilreddingboten, die werden bemand door lokale vrijwilligers. Na verloop van tijd kwamen er motorreddingboten in de plaats met een groter bereik en inzetbaar onder alle weersomstandigheden. Vooral door de snelle groei van de pleziervaart na 1950 hebben reddingstations op het IJsselmeer het druk gekregen met tal van incidenten.
In 2000 besloot de KNRM ook in Den Oever een reddingstation op te richten, om sneller ter plaatse te kunnen zijn bij incidenten in de westhoek van het IJsselmeer.
Wat gaat de tijd ongemerkt snel voorbij. De start staat ons nog bij als de dag van gisteren. Een boothuis hadden we nog niet, alleen een Unimog met een boottrailer en daarop de Narwal. We oefenden er op los. Varen zit in ons bloed, alleen een snelle boot als de Narwal, dat was even wennen.
Maar het gaf voor ons geen problemen, we kregen een directiekeet van de firma Klein aangeboden als boothuis. Daarnaast stond een 10 ft container met drooginstallatie voor de pakken en wat andere opslag.
Uiteindelijk kwam de dag dat ons boothuis naar Den Oever kwam. Aan de binnenzijde van de sluis werd een nieuw drijvend boothuis afgemeerd, geschonken door mevrouw J. van der Elst-Pol. Zij gaf het de naam: “Denk eerst aan de ander en dan aan jezelf”. In het boothuis lag de reddingboot Narwal.
De sleepboot meerde het boothuis af en het werd aangesloten op water, stroom en dergelijke. In de loop der tijd gaven we het boothuis vorm aan ons eigen idee, een gezellig thuis op en na de oefenavonden en acties. Volledig uitgerust met alle mogelijkheden om mensen een warm onderdak te bieden.
Jaren met ups-and-downs, wisselingen in de bemanning, verdrietige momenten. Toch, omdat er een hechte groep is ontstaan, hebben we alles goed weten te plaatsen.