DE REDDINGBOOT december 1941
Stukje overgenomen uit het blad "DE REDDINGBOOT" van 1941
DEN HELDER
Geen reddingstation langs onze gevaarlijke kust kon bogen op een zo groot aantal reddingen als Den Helder. Hier steken de Haaksgronden hun verraderlijke vangarmen tot een afstand van 10 kilometer van Noord- Hollands Noordpunt in zee en menig schip ging op Keizersbult of Razende bol ten onder. Er zou een epos vol heldenmoed, doodverwachting en wonderbaarlijk zeemanschap geschreven kunnen worden over strandingen, schipbreukelingen en reddingen op de witte hel van de Haaksgronden. Dorus Rijkers is beroemd geworden tot ver over onze grenzen, doch zijn voorgangers wier daden slechts zijn te reconstrueren uit vergeelde rapporten, hebben minstens evenveel gepresteerd. Groot is het aantal “helden zonder naam” die de roemrijke traditie van ons reddersvolk hielpen vormen.
Als de witte brekers van alle kanten komen aanstromen, tegen elkander botsen en fonteinen schuim omhoog doen spuiten, als groen-grauwe grondzeeën plotseling oprijzen en met brullend geweld voorover storten, zijn de Haaksgronden “niemandsland” geworden. Dan kan alleen een krachtige, moderne motorreddingboot, slingerend en steigerend, zo nu een dan overstelpt door watermassa’s de wilde tocht door dit woest kokende brandingsgebied volbrengen. Op dit terrein heeft de beroemde motorreddingboot van Den Helder, de “Dorus Rijkers”, grote triomfen gevierd. Alles hing op dergelijke tochten af van de zeemanschap van de schipper en het goed functioneren van de motor. Zes man waagden zich talrijke malen met de “Dorus Rijkers” in de woeste gronden en voor de medailles die zij mogen dragen, is hard gevochten en zijn grote gevaren doorstaan. Gedurende 18 jaar, dat Den Helder een motorreddingboot heeft, is deze reeds 100 keer uitgevaren om te pogen in nood verkerende schipbreukelingen te redden en in totaal bracht zij 346 zeelieden behouden aan wal .Dit waren 132 Nederlanders, 56 Duitsers, 51 Engelsen, 45 Zweden, 34 Italianen, 16 Denen en 12 Fransen. Een prachtige staat van dienst, die nog door geen enkele reddingboot der N.Z.H.R.M. is overtroffen.
Men kan het best denkbare reddingmateriaal bouwen en de boten uitrusten met de nieuwste vindingen, doch alleen indien schipper en bemanning zich ermee vertrouwd voelen, kunnen topprestaties worden verwacht. Dit gevoel van vertrouwen groeit langzamerhand; bij elke oefen- of reddingstocht wordt iets geleerd en ook aan de “Dorus Rijkers” werden in de loop der jaren vele verbeteringen aangebracht als gevolg van de opgedane ervaring. Dan komt tenslotte het moment ,dat de hoogst denkbare graad van volmaaktheid is bereikt in het oog van de schipper. Intussen zijn er echter betere motoren op de markt gekomen en zijn verlangen gaat dan uit naar een reddingboot, die nog een mijl meer vaart loopt!
Het leven van de bemanning van de reddingboot kent vele “ups-and-downs”. Er zijn jaren dat de boot schijnbaar werkeloos ligt en slechts een enkel maal voor reddingspogingen uitvaart.
Dat zijn de “downs”; de bemanning is er niet over te spreken, dit werkeloos afwachten werkt immers deprimerend. Doch dan wordt onverwacht een schip door de gronden gegrepen, de reddingboot komt in actie en de redders voelen zich opveren, Zolang er schepen varen, zullen er schipbreuken zijn; konden zij nu ook maar billijk verdeeld worden over de 21 stations.