1824
14 oktober: 17 schepen vergaan op de Nederlandse kust. Bij Huisduinen worden reddingspogingen ondernomen om schipbreukelingen van De Vreede te redden. Elf schipbreukelingen worden gered, maar bij de tweede tocht verdrinken zes Huisduiners, evenals de twee laatste opvarenden van De Vreede.
11 november: de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij wordt opgericht in Amsterdam. Initiatiefnemer is Barend van Spreekens, die met vier medestanders een oproep deed om geld in te zamelen voor nieuwe reddingboten. Het werkgebied strekt zich vanaf Scheveningen noordwaarts uit.
20 november: Initiatiefnemer Willem van Houten is in 1824 al vele jaren actief om goede reddingboten te ontwikkelen. Met vier andere Rotterdammers richt hij de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen op die zich vestigt Rotterdam. Hun werkgebied is zuidelijk van Loosduinen, inclusief Vlaanderen. Na de afscheiding van België in 1830 wordt het gebied kleiner.
De eerste redding wordt op 26 december verricht door de roeireddingboot van Egmond aan Zee. Er worden vijf schipbreukelingen gered.