Skip to main content

De nacht dat de reddingboot omdraaide

Datum: dinsdag 24 januari 2023 | Sectie: Veere

Het is zaterdag 31 januari aan het begin van de avond in Veere, het zou laag water moeten zijn maar het water staat nog boven de steentjes in de spuikom en dan moest de vloed nog komen. 

Er staat een zware noordwesterstorm als in de haven 5 dappere mannen de Veerse reddingboot Maria Carolina Blankenheym klaar maken voor vertrek. Voor de kust van Schouwen is de Finse vrachtvaarder Bore VI in nood en de reddingboten van Stellendam en Veere zijn opgeroepen.

Ze waren wel wat gewend die mannen van de K.Z.H.M.R.S. maar vanavond was het toch echt bar en boos. “Het ging vreselijk tekeer” zeggen ze er later over. Bijna bij de Kop van Schouwen, ter hoogte van de Roompot wordt machinist Piet Oele bewusteloos in de machinekamer gevonden. Hierop besluit schipper Jan Minneboo het roer om te gooien en terug te keren naar de haven van Veere. Als ze om 21:00 uur Veere binnenlopen is de machinist nog steeds niet helemaal bij, waarop ze hem met de auto naar huis brengen. Wat er precies gebeurd is in die machinekamer van de reddingboot is niet helemaal duidelijk maar zeker is dat de mannen afgezien hebben. 

Het reddingrapport vermeldt dat de mannen daarna ‘nadere berichten afwachten’. Dat bericht kwam zondagsmorgens om 1:00 uur toen de vuurtorenwachter van Schouwen meldde dat de Bore VI in NO-richting stoomde en alles in orde leek. Later bleek overigens dat ditzelfde bericht, dat de reddingboot van Stellendam ook had doen omkeren, niet helemaal juist was en de BORE VI alsnog gestrand was*.

 ZONDAG 1 FEBRUARI

Die nacht werd het vloed in Veere. Bewoners van de hoger gelegen Kaai omschreven het alsof ze in een aquarium zaten, het water klotste er tegen de ramen. Vloedplanken braken waardoor het water met grote kracht het lager gelegen stadje in stroomde. Twee inwoners overleefden het niet. Veere werd van de buitenwereld afgesneden en mede doordat men zonder elektriciteit zat, was men ook niet goed op de hoogte van wat er zich rondom hen afspeelde.

In eerste instantie begrijpt schipper Jan Minneboo het verzoek om naar Vlissingen te varen dan ook niet helemaal. Maar de agent is duidelijk; de M.C. Blankenheym moet direct naar Vlissingen om daar de plaats in te nemen van reddingboot President J.V. Wierdsma die eerder die zondag naar Hoek van Holland vertrokken was.

En weer maken de mannen zich klaar om te vertrekken. Vanwege het slechte weer besluiten ze binnendoor via Hansweert te gaan. Zich misschien niet realiserend dat de eerstvolgende schutting in de sluis van Wemeldinge pas de volgende morgen om 6:00 uur zou zijn.

Het is maandagmorgen 10:00 uur als schipper Jan Minneboo zich bij de commissaris van het Loodswezen in Vlissingen meldt en zijn diensten aanbiedt. Hij heeft wel een vriendelijk verzoek; tweede machinist Huybrecht zou graag terug naar Veere willen, zijn huis staat onder water en hij zou graag ‘zijn spullen klaren’ zoals het reddingrapport vermeld. Dit verzoek wordt ingewilligd en het Loodswezen stelt een vervangende machinist beschikbaar.

Dan volgt er een lange dinsdag wachten in Vlissingen terwijl men zich ondertussen in Veere afvraagt waarom er geen reddingboot is. Het reddingrapport doet het af met de woorden ‘3 februari - niets te melden’.

Woensdagmiddag komt aan het wachten een einde en wordt de schipper verzocht om direct naar Veere te vertrekken. De storm is gaan liggen, het is droog maar ijskoud als de M.C. Blankenheym halverwege de middag de haven van Vlissingen uit vaart. Ondertussen wordt de omvang van de ramp steeds duidelijker. 

DE NEDERLANDSCHE BANK

In Veere aangekomen stapt de tweede machinist weer terug aan boord en brengen de mannen de reddingboot in gereedheid voor wat komen gaat. Donderdagmorgen om 8:00 uur starten ze met het laden van levensmiddelen en kleren voor het Rode Kruis in Haamstede. Nog maar nauwelijks terug in Veere volgt misschien wel de meest opmerkelijke opdracht die ze deze weken zullen krijgen. Op verzoek van Rijkswaterstaat vertrekken ze direct naar Zierikzee met aan boord twee heren van de Nederlandsche Bank, die 89.000 gulden bij zich dragen voor de bank in Zierikzee!

De dagen daarna vullen zich met het vervoeren van hulpgoederen, pompen, hulpverleners, hoogwaardigheidsbekleders en heel veel evacuees.

Dat gaat zo door tot maandag 16 februari wanneer in Veere, na dagen van onrust en grote bedrijvigheid, de eerste vissersschepen weer uit varen en het KNMI een einde aan de vorstperiode verwacht. Schipper Jan Minneboo eindigt het reddingrapport met een opsomming van wie ze die dag aan boord hadden voordat ze om 14:00 uur bij opkomend tij de haven van Veere weer binnenlopen.

MINNEBOO EN Z'N MANNEN

Een kleine maand later wordt er aan de Markt een brief bezorgd met als aanhef: ‘Waarde Minneboo’. In die brief spreekt de directeur van de Koninklijke Zuid-Hollandse Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, mede namens de burgemeesters van Veere en Almelo, zijn waardering uit over de verrichtingen van de schipper en zijn bemanning in het noodgebied tijdens de watersnoodramp.

Of machinist Oele die brief ook nog onder ogen gekregen heeft vermeld het logboek niet. Hij was inmiddels van boord gestapt. Was het de schrik na die vergeefse tocht naar de Bore VI of had hij misschien teveel gezien de afgelopen dagen? We zullen het nooit weten. Maar dat het helden waren dat is wel zeker; die redders uit Veere!

*  Zondagmorgen 1 februari kort voor 3:00 uur strandde de Bore VI tegen de duinen van Westerschouwen. De opvarenden werden door inwoners van Burgh en Burghsluis van boord gehaald en onderdak geboden in hotel ’t Wapen van Burgh. Maandagsmorgens liet de burgemeester van Haamstede via de radiozender van de Bore VI een noodbericht uitgaan dat door Radio Scheveningen ontvangen werd. De kapitein van de Bore VI gaf toestemming om een sloep van zijn schip te gebruiken voor het reddingswerk. Bemand door de plaatselijke bevolking konden hierdoor vele tientallen mensen gered worden!

Het is zaterdag 31 januari aan het begin van de avond in Veere, het zou laag water moeten zijn maar het water staat nog boven de steentjes in de spuikom en dan moest de vloed nog komen.  Er staat een zware noordwesterstorm als in de haven 5 dappere mannen de Veerse reddingboot Maria Carolina Blankenheym klaar maken voor vertrek. Voor de kust van Schouwen is de Finse vrachtvaarder Bore VI in nood en de reddingboten van Stellendam en Veere zijn opgeroepen. Ze waren wel wat gewend die mannen van de K.Z.H.M.R.S. maar vanavond was het toch echt bar en boos. “Het ging vreselijk tekeer” zeggen ze er later over. Bijna bij de Kop van Schouwen, ter hoogte van de Roompot wordt machinist Piet Oele bewusteloos in de machinekamer gevonden. Hierop besluit schipper Jan Minneboo het roer om te gooien en terug te keren naar de haven van Veere. Als ze om 21:00 uur Veere binnenlopen is de machinist nog steeds niet helemaal bij, waarop ze hem met de auto naar huis brengen. Wat er precies gebeurd is in die machinekamer van de reddingboot is niet helemaal duidelijk maar zeker is dat de mannen afgezien hebben.  Het reddingrapport vermeldt dat de mannen daarna ‘nadere berichten afwachten’. Dat bericht kwam zondagsmorgens om 1:00 uur toen de vuurtorenwachter van Schouwen meldde dat de Bore VI in NO-richting stoomde en alles in orde leek. Later bleek overigens dat ditzelfde bericht, dat de reddingboot van Stellendam ook had doen omkeren, niet helemaal juist was en de BORE VI alsnog gestrand was*. Zondag 1 februari Die nacht werd het vloed in Veere. Bewoners van de hoger gelegen Kaai omschreven het alsof ze in een aquarium zaten, het water klotste er tegen de ramen. Vloedplanken braken waardoor het water met grote kracht het lager gelegen stadje in stroomde. Twee inwoners overleefden het niet. Veere werd van de buitenwereld afgesneden en mede doordat men zonder elektriciteit zat, was men ook niet goed op de hoogte van wat er zich rondom hen afspeelde. In eerste instantie begrijpt schipper Jan Minneboo het verzoek om naar Vlissingen te varen dan ook niet helemaal. Maar de agent is duidelijk; de M.C. Blankenheym moet direct naar Vlissingen om daar de plaats in te nemen van reddingboot President J.V. Wierdsma die eerder die zondag naar Hoek van Holland vertrokken was. En weer maken de mannen zich klaar om te vertrekken. Vanwege het slechte weer besluiten ze binnendoor via Hansweert te gaan. Zich misschien niet realiserend dat de eerstvolgende schutting in de sluis van Wemeldinge pas de volgende morgen om 6:00 uur zou zijn. Het is maandagmorgen 10:00 uur als schipper Jan Minneboo zich bij de commissaris van het Loodswezen in Vlissingen meldt en zijn diensten aanbiedt. Hij heeft wel een vriendelijk verzoek; tweede machinist Huybrecht zou graag terug naar Veere willen, zijn huis staat onder water en hij zou graag ‘zijn spullen klaren’ zoals het reddingrapport vermeld. Dit verzoek wordt ingewilligd en het Loodswezen stelt een vervangende machinist beschikbaar. Dan volgt er een lange dinsdag wachten in Vlissingen terwijl men zich ondertussen in Veere afvraagt waarom er geen reddingboot is. Het reddingrapport doet het af met de woorden ‘3 februari - niets te melden’. Woensdagmiddag komt aan het wachten een einde en wordt de schipper verzocht om direct naar Veere te vertrekken. De storm is gaan liggen, het is droog maar ijskoud als de M.C. Blankenheym halverwege de middag de haven van Vlissingen uit vaart. Ondertussen wordt de omvang van de ramp steeds duidelijker.  De Nederlandsche Bank In Veere aangekomen stapt de tweede machinist weer terug aan boord en brengen de mannen de reddingboot in gereedheid voor wat komen gaat. Donderdagmorgen om 8:00 uur starten ze met het laden van levensmiddelen en kleren voor het Rode Kruis in Haamstede. Nog maar nauwelijks terug in Veere volgt misschien wel de meest opmerkelijke opdracht die ze deze weken zullen krijgen. Op verzoek van Rijkswaterstaat vertrekken ze direct naar Zierikzee met aan boord twee heren van de Nederlandsche Bank, die 89.000 gulden bij zich dragen voor de bank in Zierikzee! De dagen daarna vullen zich met het vervoeren van hulpgoederen, pompen, hulpverleners, hoogwaardigheidsbekleders en heel veel evacuees. Dat gaat zo door tot maandag 16 februari wanneer in Veere, na dagen van onrust en grote bedrijvigheid, de eerste vissersschepen weer uit varen en het KNMI een einde aan de vorstperiode verwacht. Schipper Jan Minneboo eindigt het reddingrapport met een opsomming van wie ze die dag aan boord hadden voordat ze om 14:00 uur bij opkomend tij de haven van Veere weer binnenlopen. Minneboo en z'n mannen Een kleine maand later wordt er aan de Markt een brief bezorgd met als aanhef: ‘Waarde Minneboo’. In die brief spreekt de directeur van de Koninklijke Zuid-Hollandse Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, mede namens de burgemeesters van Veere en Almelo, zijn waardering uit over de verrichtingen van de schipper en zijn bemanning in het noodgebied tijdens de watersnoodramp. Of machinist Oele die brief ook nog onder ogen gekregen heeft vermeld het logboek niet. Hij was inmiddels van boord gestapt. Was het de schrik na die vergeefse tocht naar de Bore VI of had hij misschien teveel gezien de afgelopen dagen? We zullen het nooit weten. Maar dat het helden waren dat is wel zeker; die redders uit Veere!  *  Zondagmorgen 1 februari kort voor 3:00 uur strandde de Bore VI tegen de duinen van Westerschouwen. De opvarenden werden door inwoners van Burgh en Burghsluis van boord gehaald en onderdak geboden in hotel ’t Wapen van Burgh. Maandagsmorgens liet de burgemeester van Haamstede via de radiozender van de Bore VI een noodbericht uitgaan dat door Radio Scheveningen ontvangen werd. De kapitein van de Bore VI gaf toestemming om een sloep van zijn schip te gebruiken voor het reddingswerk. Bemand door de plaatselijke bevolking konden hierdoor vele tientallen mensen gered worden!

Veere

Gerelateerd nieuws

Nieuwsbrief

ALTIJD ALS EERSTE OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE NIEUWS?

Download de KNRM Helpt app

MET DE KNRM HELPT APP BEREIKT U ONS ALTIJD EN OVERAL

Met één druk op de knop alarmeert u het dichtstbijzijnde reddingstation. Altijd veilig het water op? Download de KNRM Helpt App.

Word donateur

DIT BETEKENT UW DONATIE VOOR DE KNRM

De KNRM is een goed doel. We ontvangen geen subsidie van de overheid. Daarom is jouw bijdrage zo belangrijk.

Met jouw hulp leiden we vrijwilligers op, onderhouden en bouwen we reddingboten en brengen we de uitrusting van onze redders op orde.

Deel dit bericht

Mis de boot niet!
Schrijf je nu in voor de KNRM nieuwsbrief

Maandelijks houden we je op de hoogte van alle nieuwtjes, evenementen en bijzondere acties van de KNRM en onze reddingstations. Je kunt je op ieder moment weer afmelden.