Moederliefde is grenzeloos
Op het Markermeer is een sloepje onderweg van Zwolle naar de Amsterdamse grachten. De tocht verloopt voorspoedig, tot een lijn in de schroef roet in het eten gooit. De eigenaar gaat zelf te water om de lijn uit de schroef te verwijderen. Een uitdaging gezien de watertemperatuur van slechts 8 graden. Onderwater blijkt dat niet alleen de lijn in de schroef zit, maar de schroef zelf ook los zit, waardoor de sloep geen aandrijving meer heeft.
De sloepeigenaar appt wat rond en krijgt het advies - gezien zijn huidige positie - om KNRM Lelystad te bellen. Aan de telefoon geeft de schipper van het reddingstation de tip het anker uit te gooien om niet verder af te drijven of op de dijk te stranden.
Ondertussen zijn de vrijwillige redders van KNRM Lelystad gealarmeerd. Bij de meeste mensen wordt de pan met avondeten net op tafel gezet als de pieper gaat. Op het moment dat de reddingboot genoeg bemanningsleden aan boord heeft, vaart ze uit. Aangekomen bij de sloep wordt een sleepverbinding gemaakt en de hele combinatie zet koers terug richting Lelystad.
Tijdens het slepen gaat de telefoon van de reddingbootschipper nogmaals af:
Reddingbootschipper: “Goedendag met KNRM Lelystad”
Mevrouw Ans: “Hallo met mevrouw Ans. Mijn zoon Barend heeft hulp nodig op het Markermeer, hij heeft contact gehad met KNRM Lelystad, maar is de hulp onderweg?”
De schipper van de reddingboot kijkt de 40-jarige eigenaar van het sloepje aan en vraagt; “Heet jij Barend?” De eigenaar knikt. Reddingbootschipper: “Ik heb je moeder aan de lijn.” Figuurlijk zakt de eigenaar door de bodem van zijn schip. Reddingbootschipper: “Wil je je moeder nog even spreken?” Hij maakt gebaren met hoofd en handen wat lijkt op een duidelijke NEE.
De schipper stelt de vrouw gerust en zeg dat alles goed gaat met haar zoon en dat de reddingboot inmiddels hulp verleent. Wanneer hij veilig in de haven ligt, geven we de eigenaar van de sloep het advies zijn moeder nog even te bellen.
Eind goed al goed.
Nadat de reddingboot is bijgetankt en klaar is voor de volgende alarmering, gaan de vrijwilligers vlug naar huis voor een opgewarmde hap bij hun eigen “moeder”.
Zo zie je maar: moederliefde is grenzeloos!
(werkelijke namen zijn bij KNRM bekend)
Op het Markermeer is een sloepje onderweg van Zwolle naar de Amsterdamse grachten. De tocht verloopt voorspoedig, tot een lijn in de schroef roet in het eten gooit. De eigenaar gaat zelf te water om de lijn uit de schroef te verwijderen. Een uitdaging gezien de watertemperatuur van slechts 8 graden. Onderwater blijkt dat niet alleen de lijn in de schroef zit, maar de schroef zelf ook los zit, waardoor de sloep geen aandrijving meer heeft.
De sloepeigenaar appt wat rond en krijgt het advies - gezien zijn huidige positie - om KNRM Lelystad te bellen. Aan de telefoon geeft de schipper van het reddingstation de tip het anker uit te gooien om niet verder af te drijven of op de dijk te stranden.
Ondertussen zijn de vrijwillige redders van KNRM Lelystad gealarmeerd. Bij de meeste mensen wordt de pan met avondeten net op tafel gezet als de pieper gaat. Op het moment dat de reddingboot genoeg bemanningsleden aan boord heeft, vaart ze uit. Aangekomen bij de sloep wordt een sleepverbinding gemaakt en de hele combinatie zet koers terug richting Lelystad.
Tijdens het slepen gaat de telefoon van de reddingbootschipper nogmaals af:
Reddingbootschipper: “Goedendag met KNRM Lelystad”
Mevrouw Ans: “Hallo met mevrouw Ans. Mijn zoon Barend heeft hulp nodig op het Markermeer, hij heeft contact gehad met KNRM Lelystad, maar is de hulp onderweg?”
De schipper van de reddingboot kijkt de 40-jarige eigenaar van het sloepje aan en vraagt; “Heet jij Barend?” De eigenaar knikt. Reddingbootschipper: “Ik heb je moeder aan de lijn.” Figuurlijk zakt de eigenaar door de bodem van zijn schip. Reddingbootschipper: “Wil je je moeder nog even spreken?” Hij maakt gebaren met hoofd en handen wat lijkt op een duidelijke NEE.
De schipper stelt de vrouw gerust en zeg dat alles goed gaat met haar zoon en dat de reddingboot inmiddels hulp verleent. Wanneer hij veilig in de haven ligt, geven we de eigenaar van de sloep het advies zijn moeder nog even te bellen.
Eind goed al goed.
Nadat de reddingboot is bijgetankt en klaar is voor de volgende alarmering, gaan de vrijwilligers vlug naar huis voor een opgewarmde hap bij hun eigen “moeder”.
Zo zie je maar: moederliefde is grenzeloos!
(werkelijke namen zijn bij KNRM bekend)