De crisis maakt ons creatief
Bij de KNRM staat de mens centraal. Of het nu de vrijwillige opstapper, de donateur of de watersporter in nood is. Het coronavirus heeft de mensenmens-organisatie’, zoals hoofd operaties John Geel het noemt, wel voor een uitdaging gesteld. Maar de reddingmaatschappij doorstaat deze op een glansrijke manier.
Waterrat John Geel is eindverantwoordelijk voor het goed functioneren van de reddingstations. Hij is ruim veertig jaar vrijwilliger bij de reddingsbrigade in zijn woonplaats, heeft tien jaar op zee gevaren en besteedt al zijn vrije uren op zijn zeilboot. John heeft de KNRM vanbinnen en -buiten leren kennen in de twintg jaar dat hij er rondloopt. Begonnen als technisch inspecteur en nu sinds een jaar hoofd operaties. Ramp- en crisisbeheersing is hem niet onbekend. Als een van de coördinatoren hielp hij midden jaren 90 bij de overstromingsramp in Limburg en hij heeft een masterstudie crisis- en disastermanagement afgerond. “Master of disaster noemen ze mij ook weleens”, zegt John. “Toen corona in februari bekender werd in Nederland dacht ik meteen dat dit een grote uitwerking zou hebben. Nog voordat de overheid met maatregelen kwam, hebben wij een coronacrisisteam ingericht om voor de feiten uit te blijven lopen. Met als belangrijkste doel de continuïteit van onze 45 reddingstations te borgen. We leveren een 24/7 product. Als de Kustwacht op de knop drukt om ons te alarmeren, verwachten zij dat wij binnen 10 minuten reageren. We hebben een continuïteits- en weerbaarheidsplan gemaakt waarin staat hoe je kunt voorkomen dat een reddingstation uitvalt, en welke maatregelen je moet nemen als een reddingstation toch uitvalt door een coronabesmetting. Wanneer stap je wel of niet over op een boot? Welke beschermingsmaatregelen moet je nemen?”
Ontzettend trots
Tijdens corona is geen enkel reddingstation uitgevallen door onder- bezetting. “In het begin was door het thuiswerken de beschikbaarheid op de stations juist beter dan ooit. Ik ben ontzettend trots dat er geen enkel reddingstation is uitgevallen. Daarbij speelt bewustwording een rol. Wij houden onze mensen er constant van bewust dat het virus om de hoek loert en elk moment kan toeslaan. Nu tijdens de tweede golf zien we meer besmettingen, maar elke keer moeten hooguit een of twee medevrijwilligers op een reddingstation in quarantaine.”
Moment van samenkomen
Dit komt ook door de strakke richtlijnen. De reddingboten varen uit met minimale bezetting, tenzij de situatie anders verlangt. Daarnaast zijn tijdens de twee coronagolven alle oefeningen stilgelegd. “We wilden hiermee voorkomen dat een besmetting zich verspreidt binnen een reddingstation. Dit veranderde echter wel de dynamiek. De oefeningen zijn ook een moment van samenkomen. Op een reddingboot opereer je als team en moet je op elkaar kunnen vertrouwen. De reddingstations hadden het er heel zwaar mee dat ze niet meer bij elkaar konden komen. Daarbij waren ze bang dat nieuwe vrijwilligers zouden afhaken.” Om deze redenen en om het vooruitzicht dat de coronamaatregelen niet op korte termijn zouden versoepelen, is begin december het oefenen onder strikte voorwaarden weer opgepakt. Dat betekent oefenen met minimale bemanning en in vaste groepen. “Drie maanden niet oefenen is acceptabel, maar langer vinden wij niet verstandig. Het is echter geen verplichting. Als iemand zich er niet happy bij voelt, hoeft het niet.” Menselijke interactie is ontzettend belangrijk bij de KNRM. “We zijn een mensenmens-organisatie. Het is belangrijk om met elkaar in contact te blijven. Zowel met de vrijwilligers als de donateurs. Helaas hebben we grote evenementen, zoals het Reddersgala en de Reddingbootdag, moeten afzeggen. Maar dat maakt ons ook weer creatief. De projectleider van het Reddersgala is nu persoonlijk bij alle grote ‘tafelkopers’ langsgegaan. We doen het als KNRM ontzettend goed in deze crisis. Dit komt door de betrokkenheid en inzet van mijn team en de mensen eromheen, maar bovenal door de vrijwilligers op de reddingstations. Wij geven hen een beetje richting, maar de vrijwilligers samen zorgen ervoor dat de stations operationeel blijven.”