Reddingboot klasse Valentijn
De steeds groter wordende vraag naar reddingboothulp, de opkomst van de recreatievaart en de voortschrijdende techniek vroegen om een nieuwe, snellere reddingboot dan de oude houten motorstrandreddingboten van weleer. Zeewaardigheid, manoeuvreerbaarheid, geringe diepgang en snelheid waren de belangrijkste wensen bij de ontwikkeling hiervan.
Omdat de Johannes Frederikklasse te zwaar bleek als strandreddingboot, zocht de KNRM naar een kleiner schip dat lichter was, maar over dezelfde vaareigenschappen beschikte. Dat werd uiteindelijk de Valentijn, waarvan het prototype in 1990 in dienst werd gesteld in Noordwijk.
In tegenstelling tot de Arie Visser-klasse en de Johannes Frederik-klasse is de Valentijn-klasse niet gebouwd om met elk denkbaar weertype te kunnen uitvaren. Bij extreem slechte weersomstandigheden wordt geen type Valentijn gelanceerd, maar wordt de redding overgelaten aan een nabijgelegen reddingstation met een zogenoemde allweather reddingboot. Deze beperking geldt alleen op de Noordzee bij extreem zware branding. Op de Waddenzee en het IJsselmeer zijn de Valentijns altijd inzetbaar.
De Valentijnklasse is een zogeheten RIB (Rigid Inflatable Boat). De boot is gebouwd van aluminium en heeft rondom een grote opblaasbare band. Deze ‘tube’ dient als extra stabiliteit, geeft drijfvermogen en doet dienst als stootrand bij langszij komen bij andere schepen. De reddingboot is zelfrichtend dankzij een dubbelwandig stuurhuisdak en heeft een hoge stabiliteit tot 140 graden slagzij. Bij eventueel kapseizen in slecht weer zal de boot uit zichzelf weer oprichten. Blijft de boot onverhoopt omgekeerd liggen, dan wordt onder water de kantelzak opgeblazen. Deze ‘luchtzak’ is op het dak van het stuurhuis geplaatst en dwingt in opgeblazen toestand de boot weer overeind te komen.
Een Valentijn vaart met minimaal vier bemanningsleden: een schipper, motordrijver en twee opstappers. Zij zitten tijdens de reis op in totaal vier geveerde zadels. Het bemanningslid aan stuurboord bedient de radioapparatuur; het bemanningslid aan bakboord is voor de radar en plotter. Het vierde bemanningslid zit achter de roerganger. De reddingboot biedt ruimte aan 50 geredden.
De Valentijnklasse is uitgerust met een groot aantal redding- en hulpmiddelen. Zoals een brancard en een bergings- en bluspomp. Op het achterdek is een beting (een sterke bolder die door het dek steekt) geplaatst voor het slepen en vlottrekken van schepen. Opzij van de boot zijn netten bevestigd voor het aan boord halen van drenkelingen. Via een ‘rescueramp’ aan de achterkant van de boot kunnen geredden ook aan boord komen. De rescueramp is qua vorm vergelijkbaar met een noodglijbaan van een vliegtuig.
De Valentijnklasse is volledig van aluminium gebouwd en is oorspronkelijk 10,60 meter lang, 4,10 meter breed en steekt 0,75 meter diep. Twee waterjets geven de boot een snelheid van maximaal 34 knopen (zo’n 63 km/u). De waterjets worden aangedreven door twee Volvo Penta dieselmotoren van elk 450 pk.
TUBE
Om dit type reddingboot van extra stabiliteit en drijfvermogen te voorzien, is een tube rondom de romp bevestigd. Deze tube is een rand van vijf opblaasbare compartimenten, beschermd door een dikke schuimlaag met rubberen bekleding. Bij het langszij gaan van een schip biedt deze tube tevens bescherming zoals een fender of stootwil.
APPARATUUR
Er is een scala aan apparatuur aan boord. Aan bakboord zijn de radar, kaartplotter, marifoon en de bediening voor het bakboord-zoeklicht geïnstalleerd. Aan stuurboord bevinden zich de radiorichtingzoeker, marifoon met DSC, de bediening voor de stuurboord-zoeklichten, de mobilofoon en de dieptemeter. In het midden zit het dashboard, met daarin controlepaneel voor de motoren, bediening voor de lenspomp en sprinklerinstallatie, kompas, en het stuurwiel met aanstuurboordkant de hendels voor motor- en waterjetbediening. Om onderling en met extern te kunnen communiceren, is een geavanceerd intercomsysteem aan boord, dat in de helmen is geïntegreerd als headset.
INVENTARIS
De bemanningsleden komen voor uiteenlopende hulpverleningen te staan. Aan boord is hiervoor een complete inventaris, met o.a. 110 meter sleeplijn, stopzak, brandblussers, 24 voltpomp, motorpomp met toebehoren, EHBO-koffer, zuurstof/beademingsset, onderkoelingsdekens, overlevingspakken voor geredden, brancards, witte parachutefakkels voor zoekacties, nachtkijker en een verrekijker.
VALENTIJN-2000-KLASSE
Vanaf 2000 werd een vernieuwde variant van de Valentijn gebouwd. Het nieuwe type, dat Valentijn-2000 heet, is iets langer dan de eerdere Valentijn. Daardoor is de werkruimte op met name het achterdek groter en is het stuurhuis comfortabeler voor de bemanning. In het nieuwe ontwerp is het vaargedrag van de Valentijn verder geoptimaliseerd. In tegenstelling tot vorige Valentijn is de Valentijn-2000 geheel zelfrichtend.
Gegevens
Klasse
Valentijn
Afmetingen
10,60 x 4,10 x 0,75 m
Gewicht
10 ton
Motorvermogen
2x 450 pk (Volvo Penta TAMD 74 EDC dieselmotor)
Max. snelheid
34 knopen
Capaciteit
50 geredden
Bemanning
4 personen
Klasse
Valentijn 2000
Afmetingen
11,00 x 4,10 x 0,75 m
Gewicht
10 ton
Motorvermogen
2 x 450 pk
Max. snelheid
34 knopen
Capaciteit
50 geredden
Bemanning
4 personen