Ballonvaarders op drift
Ruim 18 jaar geleden is het alweer. En voor oud-schipper Leen Langbroek (68) voelt het een beetje als ‘opa vertelt’ wanneer hij terugblikt op een van de wonderlijkste reddingacties uit zijn carrière. Die keer dat station IJmuiden de melding kreeg om, ver uit de kust, een stel op drift geraakte ballonvaarders te redden.
Het moment waarop de melding binnenkwam op die bewuste 12e september2000, kan Langbroek zich nog levendig herinneren. ‘We hadden net onze vaste oefenavond achter de rug toen om 01.10 uur de
pieper ging en we werden teruggeroepen naar het station. Tot zover niets ongebruikelijks. Maar de hulpvraag was er een die ons allemaal hoogst
verbaasde: luchtballon verliest hoogte boven de Noordzee. Een ballon in nood, daarmee hadden we nog nooit vandoen gehad.’
Veel tijd om daarover na te denken, was er niet. De ballonvaarders, twee Duitsers die deelnamen aan een wedstrijd van België naar Engeland, zaten
flink in de problemen. Vijf kilometer voor de kust van Dover draaide de wind, wat hen deed afdrijven boven zee richting IJsland en Noorwegen.
Geen fijne plek om te zijn wanneer je gastanks langzaam leeg raken, het inktzwarte water steeds dichterbij komt en je geen beschikking hebt over
een reddingvlot. Haast was dus geboden. Ook omdat de ballonvaarders de uitputting nabij waren; al met al hingen ze al zo’n 55 uur in lucht.
Nog binnen de pieren gingen de gashendels van reddingboot Christien dan ook helemaal voorover. Met een snelheid van 30 knopen voer de
reddingboot over de golven richting de mannen in nood, die ergens 40 mijl verderop hulpeloos in hun mandje bungelden.De ballon kwam met een snelheid van 15 knopen uit het zuiden.
Risico op crash
In het stuurhuis was Langbroek ondertussen druk bezig uit te rekenen waar de reddingboot en de ballon elkaar zouden treffen. Zijn berekeningen
wezen uit dat de redders nét op tijd moesten komen. ‘Maar de updates over de marifoon, waaruit bleek dat de ballon alsmaar verder daalde – van
6000 naar 5000 naar 4000 voet – stelden niet echt gerust.’ Bovendien was er geen rechtstreeks contact mogelijk
met de Duitsers. De communicatie verliep daarom via een nabijgelegen olieplatform, de Noble Lynda Bossler, dat via Schiphol wél in staat
was om met de ballonvaarders te communiceren en tevens de reddingbootbemanning van alle nodige informatie kon voorzien. Via hen hoorde
Langbroek dat de mannen vanuit de lucht de motoren van de naar hen op zoek zijnde schepen perfect konden horen. Ook het klapperende
geluid van reddingboot Christien was duidelijk te onderscheiden. Ondertussen boden verschillende kapiteins van andere gealarmeerde boten aan om bij hen aan dek een noodlanding te maken. Maar de ballonvaarders wachtten liever de reddingboot af. Het risico op ongelukken was te groot. ‘Logisch’, herinnert
Langbroek. ‘Er zit geen rem op zo’n ballon. Grote kans dus dat die óf tegen de zijkant van een schip óf in zee zou zijn gecrasht.’
Veilig aan boord
Toen reddingboot Christien eindelijk onder hen opdoemde, en de ballonvaarders gecontroleerd afdaalden naar zeeniveau, zette de schipper de
neus van de reddingboot vol tegen de mand. Even later trokken de opstappers de Duitsers veilig aan boord. Aan hun angstige ogen te zie, was dat geen
moment te laat. Langbroek: ‘Die kerels dachten dat hun laatste uur had geslagen. Toen we zo’n zeven uur na vertrek
de pier weer binnenvoeren, liepen de tranen over de wangen. Beiden beseften maar al te goed dat dit avontuur ook een heel ander einde had
kunnen hebben.’
Lees het hele verhaal in De Reddingboot 236 van oktober 2018
En bekijk het interview met schipper Leen en de twee geredde balonvaarders hieronder.
Nieuws
Gerelateerd nieuws
Nieuwsbrief
ALTIJD ALS EERSTE OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE NIEUWS?
Download de KNRM Helpt app
Word donateur
DIT BETEKENT UW DONATIE VOOR DE KNRM
Met jouw hulp leiden we vrijwilligers op, onderhouden en bouwen we reddingboten en brengen we de uitrusting van onze redders op orde.